We zijn weer aan het werk. Hebben nog even tijd gevonden om foto's toe te voegen aan het weblog. Dus begin nog even bij het begin en bekijk de foto's die bij de berichten zijn geplaatst.
Nog meer foto's zijn te zien op het webalbum via onderstaande link:
Van Lisboa naar Sevilla
Bedankt voor jullie leuke reacties tijdens, maar ook zeker bij terugkomst in Sleen.
jan en hilde
woensdag 19 oktober 2011
zaterdag 15 oktober 2011
Sevilla
En als we het toch over Columbus hebben. Hoe zat dat nu met dat ei van Columbus. Welnu:
Tijdens een gastmaal bij kardinaal Mendoza werd tegen Columbus gezegd dat ook iemand anders Amerika had kunnen ontdekken als hij het niet had gedaan.Columbus vroeg daarop alle aanwezigen of ze hun ei rechtop konden laten staan. Niemand lukte het. De eieren vielen steeds om. Columbus pakte toen zijn ei en maakte één kant plat door het op tafel te tikken. Het ei bleef nu rechtop staan. Hij zei dat "iedereen wel iets kan ontdekken, maar dat het erom gaat wie dat het eerste doet."
Het is maar dat u het weet. Goed, behoudens het stukje morgen naar het vliegveld (1,3 km over de snelweg !!), zit het fietsen er weer op. De fietsbroek hebben we al twee dagen niet meer aan gehad. Dat is na 4 weken toch een raar gevoel. Een dag niet gefietst is een dag niet geleefd. Volgende week is dat gevoel weer over. Zoals ook de temperatuur drastisch omlaag zal gaan. Daar zullen we snel weer aan wennen. Maar laat een ding duidelijk zijn. Nederland is een fantastisch fietsland. Nooit de weg kwijt, overal wel een bord of een paddestoel. En dat idee van die knooppunten moeten we maar gaan verkopen aan die Zuid-Europeanen. Want het is toch raar, dat je, zoals we gisteren van een Nederlandse fietser moesten horen, hij er 4 uur over heeft gedaan om de stad binnen te komen. Maar aan de andere kant is dat een deel van het avontuur. Zelf uitzoeken en zo op verrassend mooie plekjes uitkomen en bijzondere mensen tegenkomen. We willen graag, ook al is het maar voor even, ontdekkingsreizigers blijven.
donderdag 13 oktober 2011
Eindstation Sevilla bereikt
We gingen in een bijna uitgelaten stemming op pad. We beseften dat we aan onze laatste traject bezig waren. Na vandaag moesten we op z' n minst een jaar wachten om weer het gevoel te hebben van 'on the road' te zijn. Het dagelijkse ritueel van opzadelen, het fietsen zelf, de spontane contacten onderweg, de vermoeidheid, de weersomstandigheden, prachtige plekjes, de biertjes bij aankomst, etc. Het hoort er allemaal bij. Na 4 weken is het bijna niet voor te stellen dat we volgende week al weer aan ons werk moeten beginnen.
Het eerste begin vanaf de camping in El Rocio is niet zo bijster interessant. Vooral akkerbouw en tuinbouw. Op het land werklui druk bezig met het bewerken van het land. Een groep arbeiders ziet ons voorbij gaan. En roepen: 'vive la bicycletta' . Op zo'n laatste fietsdag hadden we geen mooier compliment kunnen krijgen. En wij riepen, bijna in koor, 'vive espagna'. Terwijl we ondertussen gestaag doorfietsen meenden we te horen, ' vive la revolucion'. Maar dat was waarschijnlijk een soort inbeelding. En bovendien is het crisis en geen revolutie in Spanje. En de Franco-tijd ligt al weer een tijd achter ons.
De rest van het traject tot Sevilla is afwisselend. Nog een beetje Donana gezien (nog wel een mangoest gespot). Lijkt ons wel heel bijzonder. Maar verder geen bijzondere landschappen. Er zat halverwege, om te plagen, nog wel een heuveltje van 7%. Maar daar reden we glimlachend en met gemak omhoog. Nog een paar keer gevraagd waar je met je fiets Sevilla binnen komt. En het valt op dat menigeen dat gewoon niet weet. Uiteindelijk vinden we de plek waar we de Guadalquivir over kunnen steken. En onmiddellijk zien we opvallend veel fietsers. Sevilla is een fietsstad. Met fietspaden.
We hadden s' ochtends al via internet een overnachting geboekt,dus we gingen direct op ons doel af. Via de kortste weg. We manoeuvreerden onszelf door allerlei smalle straatjes en drukke pleinen. En binnen no-time hadden we ons doel bereikt. Hostal La Cathedral. En na een heerlijke douche onmiddellijk de stad in. Om te vieren dat we ons doel hebben bereikt. Lisboa - Sevilla.
We zijn nu niet voor het eerst in Sevilla, maar komen opnieuw tot de conclusie dat dit waarschijnlijk de mooiste stad is van Spanje. Het is nu 23.00 uur en het is nog steeds heel warm en heel druk. We hebben nog zeker twee hele mooie dagen te gaan.
We gaan morgen Columbus een hand geven.
Het eerste begin vanaf de camping in El Rocio is niet zo bijster interessant. Vooral akkerbouw en tuinbouw. Op het land werklui druk bezig met het bewerken van het land. Een groep arbeiders ziet ons voorbij gaan. En roepen: 'vive la bicycletta' . Op zo'n laatste fietsdag hadden we geen mooier compliment kunnen krijgen. En wij riepen, bijna in koor, 'vive espagna'. Terwijl we ondertussen gestaag doorfietsen meenden we te horen, ' vive la revolucion'. Maar dat was waarschijnlijk een soort inbeelding. En bovendien is het crisis en geen revolutie in Spanje. En de Franco-tijd ligt al weer een tijd achter ons.
De rest van het traject tot Sevilla is afwisselend. Nog een beetje Donana gezien (nog wel een mangoest gespot). Lijkt ons wel heel bijzonder. Maar verder geen bijzondere landschappen. Er zat halverwege, om te plagen, nog wel een heuveltje van 7%. Maar daar reden we glimlachend en met gemak omhoog. Nog een paar keer gevraagd waar je met je fiets Sevilla binnen komt. En het valt op dat menigeen dat gewoon niet weet. Uiteindelijk vinden we de plek waar we de Guadalquivir over kunnen steken. En onmiddellijk zien we opvallend veel fietsers. Sevilla is een fietsstad. Met fietspaden.
We hadden s' ochtends al via internet een overnachting geboekt,dus we gingen direct op ons doel af. Via de kortste weg. We manoeuvreerden onszelf door allerlei smalle straatjes en drukke pleinen. En binnen no-time hadden we ons doel bereikt. Hostal La Cathedral. En na een heerlijke douche onmiddellijk de stad in. Om te vieren dat we ons doel hebben bereikt. Lisboa - Sevilla.
We zijn nu niet voor het eerst in Sevilla, maar komen opnieuw tot de conclusie dat dit waarschijnlijk de mooiste stad is van Spanje. Het is nu 23.00 uur en het is nog steeds heel warm en heel druk. We hebben nog zeker twee hele mooie dagen te gaan.
We gaan morgen Columbus een hand geven.
woensdag 12 oktober 2011
De slaapzak
Ondanks de dagelijkse temperatuur van ruim dertig graden in El Rocio, 60 km van Sevilla, hebben we het vannacht voor het eerst koud gehad. Onverwachts eigenlijk. De tent eerst half open, dwz het muskietengaas voor de opening. Ieder een dun lakentje over zich heen. s' Nachts wakker geworden van de kou. En van muziek en gezang uit het dorp.
Konden we eindelijk de slaapzakken gebruiken om ons te beschermen tegen de kou.
We hadden plannen om in het dorp uit te zoeken waar we met de fiets mochten komen in het grotendeels ontoegankelijke gebied. En we zouden ook navragen of en zo ja welke wandelroutes er in de nabijheid liepen. Is weer iets anders na ruim drie weken fietsen. En daarna konden we dan gaan zwemmen op de camping. Maar het liep uiteraard anders. Het was rond twaalf uur al weer zo warm dat we besloten om eerst te gaan zwemmen. En tot onze verrassing waren we de enige in het bad. Werklieden waren bezig met reparatie aan het wegdek. Bij de ingang van de camping, pal naast het zwembad. En daar waar wij na een frisse duik al weer snel de schaduw opzochten bleven zij continue, op het heetst van de dag, in de zon doorwerken. Je bent er als Spanjaard mooi klaar mee, met die hoge temperaturen. Wij zijn de hele middag blijven hangen in het zwembad en dus eigenlijk vandaag niks gedaan.
Nog wel in alle rust proberen uit te zoeken wat de meest voor de hand liggende route is per fiets vanuit El Rocio naar Sevilla. De routeplanners zijn het niet met elkaar eens. Wel het eerste deel, dat ligt voor de hand. Maar het gaat vooral om het punt waar je de rivier en zijrivieren met een fiets over mag steken naar de stad Sevilla. Morgen ook de mensen hier bevragen, maar eerlijk gezegd verwachten we daar niet veel van. Die hebben nooit naar Sevilla gefietst. En raden je het vooral af om het te doen. Wat dichter bij de stad worden we wel wat wijzer. En anders is er altijd nog de politie. Daar hebben we in het verleden goeie ervaringen mee gehad. Maar voor hetzelfde geld blijven we onderweg nog ergens hangen op een mooi uitnodigend plekje. We hebben per slot van rekening nog tijd genoeg. Na donderdag hebben we dan nog drie dagen om het prachtige Sevilla te bekijken.
Maar eerst nog een nachtje in de tent. We laten ons niet meer verrassen en kruipen gelijk onder of in de slaapzak.
Konden we eindelijk de slaapzakken gebruiken om ons te beschermen tegen de kou.
We hadden plannen om in het dorp uit te zoeken waar we met de fiets mochten komen in het grotendeels ontoegankelijke gebied. En we zouden ook navragen of en zo ja welke wandelroutes er in de nabijheid liepen. Is weer iets anders na ruim drie weken fietsen. En daarna konden we dan gaan zwemmen op de camping. Maar het liep uiteraard anders. Het was rond twaalf uur al weer zo warm dat we besloten om eerst te gaan zwemmen. En tot onze verrassing waren we de enige in het bad. Werklieden waren bezig met reparatie aan het wegdek. Bij de ingang van de camping, pal naast het zwembad. En daar waar wij na een frisse duik al weer snel de schaduw opzochten bleven zij continue, op het heetst van de dag, in de zon doorwerken. Je bent er als Spanjaard mooi klaar mee, met die hoge temperaturen. Wij zijn de hele middag blijven hangen in het zwembad en dus eigenlijk vandaag niks gedaan.
Nog wel in alle rust proberen uit te zoeken wat de meest voor de hand liggende route is per fiets vanuit El Rocio naar Sevilla. De routeplanners zijn het niet met elkaar eens. Wel het eerste deel, dat ligt voor de hand. Maar het gaat vooral om het punt waar je de rivier en zijrivieren met een fiets over mag steken naar de stad Sevilla. Morgen ook de mensen hier bevragen, maar eerlijk gezegd verwachten we daar niet veel van. Die hebben nooit naar Sevilla gefietst. En raden je het vooral af om het te doen. Wat dichter bij de stad worden we wel wat wijzer. En anders is er altijd nog de politie. Daar hebben we in het verleden goeie ervaringen mee gehad. Maar voor hetzelfde geld blijven we onderweg nog ergens hangen op een mooi uitnodigend plekje. We hebben per slot van rekening nog tijd genoeg. Na donderdag hebben we dan nog drie dagen om het prachtige Sevilla te bekijken.
Maar eerst nog een nachtje in de tent. We laten ons niet meer verrassen en kruipen gelijk onder of in de slaapzak.
dinsdag 11 oktober 2011
Precaucion
Een frisse duik is het niet geworden. Zo vroeg in de ochtend is er nog niemand die een duik waagt. Opkomend of juist afgaand water? Wel zijn een aantal vissers vlak onder de kust actief. En een kanovaarster die even buiten de branding het schijnbaar rustige water doorklieft.
We nemen afscheid van de kust en gaan op weg naar El Achabuchi". Het bezoekerscentrum van La Donana. In de nabijheid van het centrum zijn diverse plekken waar vogels gespot kunnen worden. Maar weinig water en dus weinig vogels. Wel wordt ons, als we het park in- en uitfietsen, met het verkeersbord 'precaucion', gevraagd voorzichtig te zijn met de lynx. Een kop van het roofdier en daaronder 'Precaucion'. Alsof je over het beest struikelt als je niet goed uitkijkt. Een opmerkelijk bord, want de kans dat je dit schuwe beest zou kunnen zien is heel heel erg gering.
Aan het eind van de middag komen we aan in El Rocio. We zijn hier al eens eerder geweest en opnieuw worden we gegrepen door de fantastische aanblik van het dorpje, geheel in het zand gelegen, dat midden in La Donana ligt. Met op de voorgrond het prachtige witte kerkje. Een bedevaartsoord voor velen. En met Pinksteren het middelpunt van een processie die elk jaar live door de Spaanse tv wordt uitgezonden. Een miljoen mensen komt hier jaarlijks op af. Volgens traditie sjouwen sterke mannen uit het naburige dorp Almonte de Virgin (madonna) van El Rocio door het dorp. Zoek voor de aardigheid eens een filmpje over El Rocio via youtube en je gelooft je eigen ogen niet.
's Avonds gegeten in het dorp. Het is spaarzaam verlicht en nodigt uit tot een bezoek. Het wordt helemaal sprookjesachtig als ook mannen te paard en rijtuigen met passagiers door de zandstraten trekken. Wel hebben we vreselijk veel last van stekende muggen. Vanmorgen nog contact gehad met een van onze collega's en die klaagde over het herfstweer in Nederland, maar het voordeel van Nederland is dat je daar geen muggen hebt. Hier steken ze als de moord. Een bord met zo'n irritant beest erop en dan daaronder 'Precaucion' zou hier niet misstaan.
We nemen afscheid van de kust en gaan op weg naar El Achabuchi". Het bezoekerscentrum van La Donana. In de nabijheid van het centrum zijn diverse plekken waar vogels gespot kunnen worden. Maar weinig water en dus weinig vogels. Wel wordt ons, als we het park in- en uitfietsen, met het verkeersbord 'precaucion', gevraagd voorzichtig te zijn met de lynx. Een kop van het roofdier en daaronder 'Precaucion'. Alsof je over het beest struikelt als je niet goed uitkijkt. Een opmerkelijk bord, want de kans dat je dit schuwe beest zou kunnen zien is heel heel erg gering.
Aan het eind van de middag komen we aan in El Rocio. We zijn hier al eens eerder geweest en opnieuw worden we gegrepen door de fantastische aanblik van het dorpje, geheel in het zand gelegen, dat midden in La Donana ligt. Met op de voorgrond het prachtige witte kerkje. Een bedevaartsoord voor velen. En met Pinksteren het middelpunt van een processie die elk jaar live door de Spaanse tv wordt uitgezonden. Een miljoen mensen komt hier jaarlijks op af. Volgens traditie sjouwen sterke mannen uit het naburige dorp Almonte de Virgin (madonna) van El Rocio door het dorp. Zoek voor de aardigheid eens een filmpje over El Rocio via youtube en je gelooft je eigen ogen niet.
's Avonds gegeten in het dorp. Het is spaarzaam verlicht en nodigt uit tot een bezoek. Het wordt helemaal sprookjesachtig als ook mannen te paard en rijtuigen met passagiers door de zandstraten trekken. Wel hebben we vreselijk veel last van stekende muggen. Vanmorgen nog contact gehad met een van onze collega's en die klaagde over het herfstweer in Nederland, maar het voordeel van Nederland is dat je daar geen muggen hebt. Hier steken ze als de moord. Een bord met zo'n irritant beest erop en dan daaronder 'Precaucion' zou hier niet misstaan.
maandag 10 oktober 2011
Een frisse duik
De eerste dag van de week moet er weer gewerkt worden. Ook in Spanje. Meneren en mevrouwen lopen langs het terras waar we ontbijten. Mapjes, ordners of gewoon losse stapeltjes papier onder de arm. Sommigen nuttigen snel nog een ontbijt voordat ze naar kantoor gaan.
We verlaten de stad en zijn op weg naar het Donana park. We kwamen aan de andere kant van Huelva binnen. Dat is duidelijk de mooie kant. Met prachtig zicht op de stad, de haven en het getijdelandschap. Hier aan de oostkant moeten we door kilometerslang industriegebied. En voornamelijk petrochemische industrie. Er is nog veel vrachtverkeer op de weg, maar als we uiteindelijk de afslag naar Matalascanas hebben genomen wordt het een stuk rustiger. En na de badplaats Mazagon Is er nauwelijks nog verkeer. Dat is ook niet zo gek, omdat na Matalascanas de weg niet verder langs de kust gaat. Daar begint het beschermd gebied van het Donana natuurpark, een van de grootste wetlands van Europa. Tot onze verrassing loopt er een speciaal verhard fietspad evenwijdig aan de openbare weg. Als het over gaat in een pad voor mountainbikers dan verkiezen we toch de openbare weg. Geen verkeer en een prachtige brede weg en mooi strak asfalt. Nou moet u weten dat we een paar jaar geleden, in het voorjaar, het natuurpark al eens hebben bezocht. En we herinneren ons nog een nagenoeg stil strand. En we hebben ons vandaag voorgenomen om daar te gaan zwemmen. In de Atlantische Oceaan. Halverwege herkennen we het punt. Het ziet er nog net zo uit. Een parkeerplaats in het zand en vervolgens een houten vlonder dat na 1,2 km op het strand uitkomt. En alles klopt nog. Een heel groot strand en een paar strandgasten. We verruilen de koerskleding voor de zwemkleding en even later liggen we in de oceaan.
Een ander voornemen vandaag is het verkiezen van de camping boven een hotelbed. Even voor Matalascanas komen we langs de camping. In tegenstelling tot onze informatie is deze gesloten. Een andere verrassing is het plaatsje zelf. In deze badplaats vinden we niets terug van de levendigheid van de Portugese toeristische badplaatsen. Het seizoen is hier blijkbaar voorbij. Sommige delen zijn geheel verlaten. Complete wijken zijn uitgestorven. Heel veel is te huur en/of te koop. In een hostel vinden we een goede slaapplek.
Morgen wellicht opnieuw een frisse duik en dan in de loop van de dag noordwaarts naar ons favoriete dorpje in Andalusie, El Rocio. Het ligt midden n het Donana natuurpark. Met camping, tenminste ......
We verlaten de stad en zijn op weg naar het Donana park. We kwamen aan de andere kant van Huelva binnen. Dat is duidelijk de mooie kant. Met prachtig zicht op de stad, de haven en het getijdelandschap. Hier aan de oostkant moeten we door kilometerslang industriegebied. En voornamelijk petrochemische industrie. Er is nog veel vrachtverkeer op de weg, maar als we uiteindelijk de afslag naar Matalascanas hebben genomen wordt het een stuk rustiger. En na de badplaats Mazagon Is er nauwelijks nog verkeer. Dat is ook niet zo gek, omdat na Matalascanas de weg niet verder langs de kust gaat. Daar begint het beschermd gebied van het Donana natuurpark, een van de grootste wetlands van Europa. Tot onze verrassing loopt er een speciaal verhard fietspad evenwijdig aan de openbare weg. Als het over gaat in een pad voor mountainbikers dan verkiezen we toch de openbare weg. Geen verkeer en een prachtige brede weg en mooi strak asfalt. Nou moet u weten dat we een paar jaar geleden, in het voorjaar, het natuurpark al eens hebben bezocht. En we herinneren ons nog een nagenoeg stil strand. En we hebben ons vandaag voorgenomen om daar te gaan zwemmen. In de Atlantische Oceaan. Halverwege herkennen we het punt. Het ziet er nog net zo uit. Een parkeerplaats in het zand en vervolgens een houten vlonder dat na 1,2 km op het strand uitkomt. En alles klopt nog. Een heel groot strand en een paar strandgasten. We verruilen de koerskleding voor de zwemkleding en even later liggen we in de oceaan.
Een ander voornemen vandaag is het verkiezen van de camping boven een hotelbed. Even voor Matalascanas komen we langs de camping. In tegenstelling tot onze informatie is deze gesloten. Een andere verrassing is het plaatsje zelf. In deze badplaats vinden we niets terug van de levendigheid van de Portugese toeristische badplaatsen. Het seizoen is hier blijkbaar voorbij. Sommige delen zijn geheel verlaten. Complete wijken zijn uitgestorven. Heel veel is te huur en/of te koop. In een hostel vinden we een goede slaapplek.
Morgen wellicht opnieuw een frisse duik en dan in de loop van de dag noordwaarts naar ons favoriete dorpje in Andalusie, El Rocio. Het ligt midden n het Donana natuurpark. Met camping, tenminste ......
zondag 9 oktober 2011
Zondag rustdag
Vanmorgen besloten om een nachtje bij te boeken in het 5 sterren hotel in Huelva. En net als veel mensen hier, een beetje niks doen. Ontbijt op het terras. Wandeling naar de haven en weer terug. We hadden nog even willen fietsen buiten de stad, maar waren daar te lui voor. Ook de fietsen hebben rust nodig. En: vanmiddag net zolang gezocht tot we de wielerklassieker Parijs - Tours (live) op ons toestel hadden gevonden. Mooi lcd-scherm op de kamer, airco aan, languit op bed, consumptie binnen handbereik. Werd het toch nog een mooie dag.
zaterdag 8 oktober 2011
Echte Nederlanders
Wat later op de avond. 'Wisten jullie dat veel in Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers naar Portugal gaan'. Dat hoorden we gisteravond aan het tafeltje naast ons op het terras. Nederlanders dus. Landgenoten die, zo bleek later, met een boot al in verschillende havens in Portugal hebben gelegen. Hadden na een jaar in de haven van Lissabon nu besloten de haven van Vila Real de Santo Antonio als ligplaats te nemen. We vangen nog iets op over wel of niet straffen en wel of niet aanpakken van ... Echte Nederlanders, die zich niet zo met Nederland bezig willen houden, daar ogenschijnlijk niet zoveel meer mee hebben. Maar schijn bedriegt.
Ondertussen maken we gebruik van de draadloze internetverbinding op het plein. Blijven met behulp van de app van Voetbal international op onze Ipad 'live' op de hoogte van de verrichtingen van 'onze' jongens. Bij het verlaten van het terras kunnen we het als 'echte' Nederlanders niet laten: 'we hebben zojuist contact gehad met de bondscoach en die laat weten dat zijn jongens zojuist met 1-0 hebben gewonnen van Moldavië'. 'Waar gaat het over', zegt zij. En vervolgens zelf antwoordend: 'oh over voetbal zeker, daar hebben we niet zoveel mee'.
Om een uur of twaalf steken we de Guadiana over en stappen aan Spaanse wal in Ayamonte. Bij het verlaten van het grensplaatsje, op weg naar de stad Huelva, worden we verrast door een verkeersbord dat aangeeft dat er een heuveltje volgt met een stijging van maar liefst 20%, Bienvenido a Espagna. Met een klein verzetje draaien we daarna de kuiten weer wat soepel.
De provinciale weg naar Huelva is niet spectaculair. Het is een overbruggingsstuk naar het Donana-natuurgebied. We komen eerder aan dan verwacht. Vlak voor we de stad binnenrijden vrezen we de grote brug met al het snelverkeer te moeten gebruiken, maar twee Spaanse fietsers wijzen ons de weg naar een lange fiets- en loopbrug. Deze is slecht aangegeven voor vreemden. We krijgen een geweldig zicht op de stad, de haven, de rivier. De avondzon kleurt de stad. Eenmaal in het centrum van de stad valt op dat Spanje veel levendiger is in vergelijking tot Portugal. Op een plein klinkt muziek. Merenque, salsa, spaanse popmuziek. We willen de Portugezen zeker niet tekort doen, maar na drie weken zijn we wel een beetje toe aan 'ons' Spanje.
Op internet hadden we al eerder een 4 sterren hotel gereserveerd voor weinig geld. Na tienen 's avonds gegeten en daar ook nog eens onverwacht 20% korting. 'Precio Anticrisis 20%'. We blijven echte Nederlanders.
Ondertussen maken we gebruik van de draadloze internetverbinding op het plein. Blijven met behulp van de app van Voetbal international op onze Ipad 'live' op de hoogte van de verrichtingen van 'onze' jongens. Bij het verlaten van het terras kunnen we het als 'echte' Nederlanders niet laten: 'we hebben zojuist contact gehad met de bondscoach en die laat weten dat zijn jongens zojuist met 1-0 hebben gewonnen van Moldavië'. 'Waar gaat het over', zegt zij. En vervolgens zelf antwoordend: 'oh over voetbal zeker, daar hebben we niet zoveel mee'.
Om een uur of twaalf steken we de Guadiana over en stappen aan Spaanse wal in Ayamonte. Bij het verlaten van het grensplaatsje, op weg naar de stad Huelva, worden we verrast door een verkeersbord dat aangeeft dat er een heuveltje volgt met een stijging van maar liefst 20%, Bienvenido a Espagna. Met een klein verzetje draaien we daarna de kuiten weer wat soepel.
De provinciale weg naar Huelva is niet spectaculair. Het is een overbruggingsstuk naar het Donana-natuurgebied. We komen eerder aan dan verwacht. Vlak voor we de stad binnenrijden vrezen we de grote brug met al het snelverkeer te moeten gebruiken, maar twee Spaanse fietsers wijzen ons de weg naar een lange fiets- en loopbrug. Deze is slecht aangegeven voor vreemden. We krijgen een geweldig zicht op de stad, de haven, de rivier. De avondzon kleurt de stad. Eenmaal in het centrum van de stad valt op dat Spanje veel levendiger is in vergelijking tot Portugal. Op een plein klinkt muziek. Merenque, salsa, spaanse popmuziek. We willen de Portugezen zeker niet tekort doen, maar na drie weken zijn we wel een beetje toe aan 'ons' Spanje.
Op internet hadden we al eerder een 4 sterren hotel gereserveerd voor weinig geld. Na tienen 's avonds gegeten en daar ook nog eens onverwacht 20% korting. 'Precio Anticrisis 20%'. We blijven echte Nederlanders.
vrijdag 7 oktober 2011
Lekke band
Vandaag redelijk vroeg op pad gegaan. We fietsen onder de brug door en draaien naar rechts om uiteindelijk weer op de hoge boogbrug uit te komen. In een mum van tijd hebben we Tavira verlaten en zitten we weer aan de kust. Opnieuw slikvelden en zoutaanwinning. De achterband van Jan is een beetje zacht en over de onverharde weg, met stenen en gaten en kuilen, is het snel duidelijk: lekke band. We pompen de band nog even hard op om zo het volgende dorp te bereiken en dan in alle rust de band te verwisselen of te plakken. Honderd meter voor het dorpje gaat het niet langer. Het gaatje is snel gevonden en geplakt. Die Schwalbe Marathon banden lijken onverwoestbaar en het is geweldig fietsen op deze band op onverhard terrein, maar we hebben (voor het eerst weliswaar) een lekke band. We moeten nog een km of 20 afleggen voordat we het eindpunt van de Ecovia hebben bereikt.
Onze frustraties over de erg slechte bewegwijzering hebben we al regelmatig beschreven. Omdat het aan de andere kant toch ook wel weer door prachtige landschappen voert, waar je anders niet zou komen, blijft er uiteindelijk een kleine voldoende over. Al met al zijn we wel veel tijd kwijt geweest met het zoeken naar alternatieven. Het grootste obstakel vandaag was een vier meter brede geul waar de brug volledig was verdwenen. Weliswaar een droge bedding met veel keien, maar de fietsen moesten we helemaal afzadelen en aan de andere kant weer opzadelen.
Aan de zuidkant komen we Vila Real de St. Antonio binnen en rijden tegen de grensrivier met Spanje aan. Geheel rechts de Atlantische Oceaan en naar links zien we het Spaanse Ayamonte aan de overkant van de Guadiana liggen. We zoeken naar het eindpunt van de Ecovia, maar kunnen het niet vinden. Het is waarschijnlijk verstopt tussen alle kermistenten en talloze woonwagens die hier nu staan. Het lijkt erop dat ze gaan opbreken.
Zittend op het buitenterras (21.00 uur), pal naast de wekelijkse markt (potten, pannen, kleden, tassen, etc.) en met uitzicht op de lichtjes van Ayamonte aan de overkant van de rivier, sluiten we voor onszelf Portugal af.
Morgen (zondag) de oversteek.
Aan de zuidkant komen we Vila Real de St. Antonio binnen en rijden tegen de grensrivier met Spanje aan. Geheel rechts de Atlantische Oceaan en naar links zien we het Spaanse Ayamonte aan de overkant van de Guadiana liggen. We zoeken naar het eindpunt van de Ecovia, maar kunnen het niet vinden. Het is waarschijnlijk verstopt tussen alle kermistenten en talloze woonwagens die hier nu staan. Het lijkt erop dat ze gaan opbreken.
Zittend op het buitenterras (21.00 uur), pal naast de wekelijkse markt (potten, pannen, kleden, tassen, etc.) en met uitzicht op de lichtjes van Ayamonte aan de overkant van de rivier, sluiten we voor onszelf Portugal af.
Morgen (zondag) de oversteek.
donderdag 6 oktober 2011
Roosvicee
Gisteravond voor het eerst het restaurant van een camping bezocht. Een bont gezelschap strijkt neer op het terras. Engels is uiteraard de voertaal. Conversaties zijn goed te volgen, behalve van de Engelsen zelf. Zeker 6 verschillende onverstaanbare engelse dialecten hebben we waargenomen. We konden slechts een enkele zin goed begrijpen, 'one beer in one hand, a cigaret in the other' . Een levendig geheel en dat is op menige camping wel eens anders. Het restaurant is de pub, zoals de satelietschotel alles brengt waar ze thuis het hele jaar naar kijken. En vanmorgen hebben we gezien dat ze daar ook mee op staan. Filemeldingen op de rondwegen van Londen. Sommigen, en dat geld ook voor de Nederlanders, gaan hier zelfs wonen. Vroeger woonde alleen Willem Frederik Hermans in Parijs en Gerrit Komrij in Portugal. Maar die Gerrit zag het op zeker moment aan komen; 'of het is in Nederland te koud of te ongezellig'. Er was in ieder geval iets niet pluis in Nederland volgens hem. En zoals de Engelsen zichzelf blijven, zo gaat dat ook met de Hollanders volgens Gerrit Komrij. En onze gewezen 'dichter des vaderlands' kon het kernachtig omschrijven. 'thuis drinken ze roosvicee en hier drinken ze ook roosvicee'.
We hadden ons voorgenomen om misschien de Spaanse grens te halen, maar we kwamen pas laat op gang en het was zeker 13.00 uur voordat we in het zadel zaten. De Ecovia liep achter de camping langs, evenwijdig met de spoorlijn. Maar al snel konden we niet verder. Opgebroken weg en wel zodanig dat we de fiets niet met alle bagage over de brede geul konden tillen. Er bleef niks anders over dan de N125 te nemen. Bij Fuzeta rijden we het dorp weer in en de lokale kroegbaas zet ons weer op het goede spoor. En deze keer een van de mooiste stukken op het Ecovia-pad. Ten oosten van Faro heb je nauwelijks meer stranden. Veel slikvelden en geulen die bij eb droog komen te liggen. Voor de vogelaar een waar paradijs. Flamingo's, talloze steltlopers, nog een ooievaar, etc. We kunnen er niet genoeg van krijgen.
Tussen al dat moois nog wat hardwerkende Portugese arbeiders die in de zoutpannen bezig zijn. Bij aankomst in het verrassend fraaie Tavira nuttigen we een Sagres-biertje en leggen ons daarmee neer bij het onvermijdelijke. Morgen weer een dag. Er waait een warme wind en als het goed is dan hebben we die morgen pal in de rug. Dan is het bereiken van de grensplaats Vila Real de Santo Antonio een fluitje van een cent.
We hadden ons voorgenomen om misschien de Spaanse grens te halen, maar we kwamen pas laat op gang en het was zeker 13.00 uur voordat we in het zadel zaten. De Ecovia liep achter de camping langs, evenwijdig met de spoorlijn. Maar al snel konden we niet verder. Opgebroken weg en wel zodanig dat we de fiets niet met alle bagage over de brede geul konden tillen. Er bleef niks anders over dan de N125 te nemen. Bij Fuzeta rijden we het dorp weer in en de lokale kroegbaas zet ons weer op het goede spoor. En deze keer een van de mooiste stukken op het Ecovia-pad. Ten oosten van Faro heb je nauwelijks meer stranden. Veel slikvelden en geulen die bij eb droog komen te liggen. Voor de vogelaar een waar paradijs. Flamingo's, talloze steltlopers, nog een ooievaar, etc. We kunnen er niet genoeg van krijgen.
woensdag 5 oktober 2011
Een rustig dagje
Ontbijt op een terras in Faro. Het is nog steeds goed weer. Ook voor deze omgeving is het een extreem warme periode. Late summer zoals iemand het hier noemde. Het is 5 oktober en het is nationale feestdag. Dia de Republica, Dag van de Republiek. Op 5 oktober 1910 vindt een grote volksopstand in Lissabon plaats. Hierbij wordt de monarchie definitief beëindigt. Koning Manuel II vlucht naar Engeland en ene Teófilo Braga wordt interim-president.
We gaan slowly richting Spaanse grens. Even voorbij Olhao, 15 km verderop, besluiten we al om onze tent op te zetten. Het is nog maar drie uur in de middag. Het is een mooie rustige camping met veel schaduwplekken. En veel Engelsen die zich blijkbaar hier al gaan nestelen voor de komende winter. Grote campers met grote satelietschotels. We komen hier ook het oude mannetje tegen die we al ontmoet hebben in Sagres. Heeft ook een fiets aan boord van zijn oude Citroen bestelbusje met Hymer-opbouw. Sparta-fiets, met trapondersteuning. Hij is voorlopig alleen op stap. Wilde toch wel eens onder de Pyreneeën kijken. Daar had zijn vrouw geen zin in. Uiteindelijk komt ze over een paar dagen met het vliegtuig in Faro aan. Gaan dan samen de Spaanse kust verkennen.
Morgen de laatste 40 km tot de Spaanse grens.
We gaan slowly richting Spaanse grens. Even voorbij Olhao, 15 km verderop, besluiten we al om onze tent op te zetten. Het is nog maar drie uur in de middag. Het is een mooie rustige camping met veel schaduwplekken. En veel Engelsen die zich blijkbaar hier al gaan nestelen voor de komende winter. Grote campers met grote satelietschotels. We komen hier ook het oude mannetje tegen die we al ontmoet hebben in Sagres. Heeft ook een fiets aan boord van zijn oude Citroen bestelbusje met Hymer-opbouw. Sparta-fiets, met trapondersteuning. Hij is voorlopig alleen op stap. Wilde toch wel eens onder de Pyreneeën kijken. Daar had zijn vrouw geen zin in. Uiteindelijk komt ze over een paar dagen met het vliegtuig in Faro aan. Gaan dan samen de Spaanse kust verkennen.
Morgen de laatste 40 km tot de Spaanse grens.
Naar Faro
Het was even zoeken alvorens we Albufeira weer uit zijn. En wat is 'uit'. We blijven in stedelijk gebied fietsen. Af en toe een stuk waar nog niet gebouwd wordt. Ondanks de slechte economische situatie in Portugal zien we toch nog veel (vnl. jonge) bouwvakkers aan het werk. Dat valt ons de hele rit vanaf Lissabon al op. En rond het middaguur zien we ze vaak lunchen in de eenvoudige eettentjes en kroegen. Een pasta, tosti of sandwich met daarbij steevast een flesje bier. Vaak werpen ze van een afstand een snelle blik op onze fietsen om dan ook gelijk naar onze richting te kijken. En je ziet ze denken 'die zijn gek'.
We pikken de Ecovia weer op en 300 meter verder zijn we die al weer kwijt. We trekken door Santa Eulalia,en Olhos de Agua en krijgen (toch weer op de Ecovia) dan een stukje mooie natuur. Vervolgens Vilamoura, Quarteirao en komen dan van het ene op het andere openbare golfterrein.
Na Quinta da Lago rijden we opnieuw zo'n golfterrein op, omdat opnieuw de bewegwijzering te wensen over laat. Volgens een man op een gemotoriseerde driewieler kunnen we met onze fietsen wel doorrijden. We fietsen langs de randen van de green en 'geruite broeken' kijken verschrikt op. We besluiten uiteindelijk terug te gaan.
Tegen 19.00 uur komen we via de drukke N125 in Faro aan. We kloppen aan bij een hostel. Maar die zit, behalve de slaapzaal, al vol. En op een of andere manier vinden we dat niet goed genoeg. We worden verwezen naar een 'pensao' aan de andere kant van het plein. Een Engelse 'heks' doet open. Ze heeft plaats, maar de fietsen kunnen niet binnen. Zo op het oog lijkt het een goed adres. Bij nader inzien toch te veel voor het geld. Een eenvoudige douche-constructie op de kamer. Met enig hocus pocus krijgen we de schuifdeurtjes aan het schuiven, de wc-bril kan niet recht overeind omdat het toilet iets te dicht tegen de muur staat en de laaghangende stortbak de bril terug laat vallen. Ons gratis advies: volgende keer een paar tientjes meer investeren en alvorens aan de slag te gaan een rolmaat ter hand nemen om een en ander beter op maat te monteren. De 'Watson' tv (nooit van gehoord) en de bijbehorende afstandsbediening blijken niet bij elkaar te horen, dwz de drukknoppen geven geen signaal door. Of de Watson, een tegendraads model uit het eerste Engelse industriële tijdperk, vertikt het om te gehoorzamen.
Het schijnt morgen een nationale feestdag te zijn. Daarom waren er vannacht luidruchtige jongeren nog laat op straat. Af en toe, vanuit het raam, een blik geworpen op onze fietsen die moederziel alleen op straat staan. Onaangeroerd staan ze er nog.
Na Faro het laatste stuk naar de Spaanse grens. Naar verluid een mooi stuk met aardige campings aan of nabij de kust. Er gaat niets boven kamperen.
We pikken de Ecovia weer op en 300 meter verder zijn we die al weer kwijt. We trekken door Santa Eulalia,en Olhos de Agua en krijgen (toch weer op de Ecovia) dan een stukje mooie natuur. Vervolgens Vilamoura, Quarteirao en komen dan van het ene op het andere openbare golfterrein.
Na Quinta da Lago rijden we opnieuw zo'n golfterrein op, omdat opnieuw de bewegwijzering te wensen over laat. Volgens een man op een gemotoriseerde driewieler kunnen we met onze fietsen wel doorrijden. We fietsen langs de randen van de green en 'geruite broeken' kijken verschrikt op. We besluiten uiteindelijk terug te gaan.
Tegen 19.00 uur komen we via de drukke N125 in Faro aan. We kloppen aan bij een hostel. Maar die zit, behalve de slaapzaal, al vol. En op een of andere manier vinden we dat niet goed genoeg. We worden verwezen naar een 'pensao' aan de andere kant van het plein. Een Engelse 'heks' doet open. Ze heeft plaats, maar de fietsen kunnen niet binnen. Zo op het oog lijkt het een goed adres. Bij nader inzien toch te veel voor het geld. Een eenvoudige douche-constructie op de kamer. Met enig hocus pocus krijgen we de schuifdeurtjes aan het schuiven, de wc-bril kan niet recht overeind omdat het toilet iets te dicht tegen de muur staat en de laaghangende stortbak de bril terug laat vallen. Ons gratis advies: volgende keer een paar tientjes meer investeren en alvorens aan de slag te gaan een rolmaat ter hand nemen om een en ander beter op maat te monteren. De 'Watson' tv (nooit van gehoord) en de bijbehorende afstandsbediening blijken niet bij elkaar te horen, dwz de drukknoppen geven geen signaal door. Of de Watson, een tegendraads model uit het eerste Engelse industriële tijdperk, vertikt het om te gehoorzamen.
Het schijnt morgen een nationale feestdag te zijn. Daarom waren er vannacht luidruchtige jongeren nog laat op straat. Af en toe, vanuit het raam, een blik geworpen op onze fietsen die moederziel alleen op straat staan. Onaangeroerd staan ze er nog.
Na Faro het laatste stuk naar de Spaanse grens. Naar verluid een mooi stuk met aardige campings aan of nabij de kust. Er gaat niets boven kamperen.
maandag 3 oktober 2011
Alle dagen feest
We hebben het Ecovia-fietspad verder gevolgd richting Albufeira. De populairste vakantiebestemming hier aan de zuidkust. Het voordeel van de Ecovia is dat het je langs de mooiste plekjes brengt. En vaak op onverharde wegen, waar je alleen als fietser komt. Dat er af en toe een steil stukje in zit met veel losse stenen nemen we op de koop toe. Soms heb je geen grip meer met je achterwiel en moet je, als je ook nog eens omhoog moet, wel eens afstappen en met de fiets aan de hand (en 25 kilo bagage) een stukje lopen. Al met al hebben we de zwaarste stukken al gehad.
We zijn al vrij snel in de badplaats Armacao de Pera. Bij de Tourist-office is gratis wifi. Eindelijk gelegenheid om het verslag van de laatste twee dagen op ons weblog te plaatsten. We slaan wat broodjes, beleg en het nodige 'gezond' in en zoeken een mooie strategische plek om de middaglunch te nuttigen. Uiteraard met uitzicht over zee.
Het is nog een kilometer of vijftien tot Albufeira. Dus we doen rustig aan. Onderweg komen we pal aan zee nog een natuurgebied tegen met, hoe kan het ook anders, Nederlandse vogelaars. We zien: flamingo's, grote zilverreiger, kluten, steltkluten, dodaars, grutto's, aalscholvers, tapuiten, Adouins meeuwen (en niet onze eigen zilvermeeuw zoals we tot nu toe gedacht hadden). Ervaringen nog even uitgewisseld wat we wel of niet gezien hebben onderweg.
Bij binnenkomst van Albufeira nemen we niet de brede autoweg die naar de binnenstad voert, maar slaan gelijk rechtsaf om via de 'achterdeur' de boulevard op te rijden. Met de fiets kom je dan, zo hebben we geleerd uit ervaring, op de wandelboulevard. En zo ook deze keer. Als fietser tussen 'Henk en Ingrid' en 'William en Sarah'. Ook hier hetzelfde beeld, n.l. (sportieve) senioren en jonge ouders met jonge kinderen. En: Britten die er wel heel blank uit zien. Te veel zon is zeker niet goed voor onze huid, en ook de Engelse zomer was slecht, maar wat hier voorbij komt aan 'bakkersknechten' is met geen pen te beschrijven.
Er is veel hotelaccommodatie en het aanbod is minder in vergelijking met de zomer, dus we gaan op zoek naar een goed onderkomen voor een redelijke prijs. Het eerste hotel, met uitzicht op zee vraagt 85 euro. Resoluut slaan we dit aanbod van de hand. Het is dan wel in alle opzichten een prima hotel, maar voor die prijs en ook nog wel lager moeten we we wel iets anders kunnen vinden. We komen uiteindelijk uit op een adres, met een prachtig uitzicht over de stad en een privé-zwembad voor 40 euro. Een prima locatie, alvorens de laatste stukken naar de Spaanse grens af te werken. We blijven hier twee dagen o wat meer tijd te besteden aan het lezen van een boek.
Het is nog een kilometer of vijftien tot Albufeira. Dus we doen rustig aan. Onderweg komen we pal aan zee nog een natuurgebied tegen met, hoe kan het ook anders, Nederlandse vogelaars. We zien: flamingo's, grote zilverreiger, kluten, steltkluten, dodaars, grutto's, aalscholvers, tapuiten, Adouins meeuwen (en niet onze eigen zilvermeeuw zoals we tot nu toe gedacht hadden). Ervaringen nog even uitgewisseld wat we wel of niet gezien hebben onderweg.
Er is veel hotelaccommodatie en het aanbod is minder in vergelijking met de zomer, dus we gaan op zoek naar een goed onderkomen voor een redelijke prijs. Het eerste hotel, met uitzicht op zee vraagt 85 euro. Resoluut slaan we dit aanbod van de hand. Het is dan wel in alle opzichten een prima hotel, maar voor die prijs en ook nog wel lager moeten we we wel iets anders kunnen vinden. We komen uiteindelijk uit op een adres, met een prachtig uitzicht over de stad en een privé-zwembad voor 40 euro. Een prima locatie, alvorens de laatste stukken naar de Spaanse grens af te werken. We blijven hier twee dagen o wat meer tijd te besteden aan het lezen van een boek.
Regelmatig vliegen de Transavia's over om in het dichtbij gelegen Faro de nieuwe lading toeristen af te leveren. Het ontbreekt de vakantieganger aan niets. En je kunt er van vinden wat je wil, maar het is wel ' mooi' vorm gegeven. En toegankelijk voor iedereen. Roltrappen om naar hoger gelegen delen van de stad te komen b.v. Overdag is het redelijk rustig, maar s' avonds ontwaakt 'het beest' en ben je overgeleverd aan de duivel en zijn malle moer. De binnenstad is een attractiepark geworden. Panfluiters verkleed als Inca's met een duivelsmasker en live optredens van tweederangsartiesten. De 'kermis' gaat nog lang door. Als we aan het eind van de avond vanaf onze riante locatie, op ons 'eigen' terras, op het rumoer neerkijken, kunnen we meezingen met de liederen die uit een vlakbij gelegen karaoke-bar opstijgen. We weten ons nog maar net in te houden. En dat valt niet mee in de wereld van 'alle dagen feest'.
zondag 2 oktober 2011
Tegenwind
Zaterdag 01-10-2011
Vrijdagnacht ontwikkelde zich een wind aan de zuidkust. Het luifeltje vd tent was losgeraakt en klapperde nogal. Bij t opstaan waren de temperaturen nog steeds hoog, dus geen storm met onbestendig weer. Als we Lagos via de voetbrug, die over de inham ligt, verlaten merken we dat we wind tegen hebben op de weg naar Portimao. Op de momenten dat de weg naar boven draait vangen we de volle stormwind vanuit zee. We komen amper vooruit. Als we dan uiteindelijk Portimao binnen rijden krijgen we een nieuw probleen, een donkere tunnel. Mbv een paralelweg weten we die te ontwijken. We komen uit bij het prachtige strand dat idyllisch tussen de rotsen ligt. En als het ergens mooi is dan is er veel volk. Ook hier. Hier en daar, ondanks de strakke wind, een dobberaar in zee. Voor de rest veel chagrijnig kijkende mensen. Reden: de wind. We rijden triomfantelijk over de boulevard waar zelfs een fietspad voor ons is aangelegd. We laveren tussen de vnl oudere toeristen door. Terrassen zijn deze tijd v h jaar magertjes bezet. 'Happy hour' en 'large beer 1 euro'. Na een pasta en een large beer besluiten we toch door te fietsen. We hebben bijna het havengebied verlaten als twee oudere dames in t nederlands ons toespreken 'jullie zijn ver van huis?' En op t punt waar we mbv een brug Portimao weer verlaten zien we opeens de markering van het Ecovia-fietspad. In een motel, waar de grandeur al jaren af is, 'slaan we onze tenten op'. De wind is inmiddels grotendeels gaan liggen.
Vrijdagnacht ontwikkelde zich een wind aan de zuidkust. Het luifeltje vd tent was losgeraakt en klapperde nogal. Bij t opstaan waren de temperaturen nog steeds hoog, dus geen storm met onbestendig weer. Als we Lagos via de voetbrug, die over de inham ligt, verlaten merken we dat we wind tegen hebben op de weg naar Portimao. Op de momenten dat de weg naar boven draait vangen we de volle stormwind vanuit zee. We komen amper vooruit. Als we dan uiteindelijk Portimao binnen rijden krijgen we een nieuw probleen, een donkere tunnel. Mbv een paralelweg weten we die te ontwijken. We komen uit bij het prachtige strand dat idyllisch tussen de rotsen ligt. En als het ergens mooi is dan is er veel volk. Ook hier. Hier en daar, ondanks de strakke wind, een dobberaar in zee. Voor de rest veel chagrijnig kijkende mensen. Reden: de wind. We rijden triomfantelijk over de boulevard waar zelfs een fietspad voor ons is aangelegd. We laveren tussen de vnl oudere toeristen door. Terrassen zijn deze tijd v h jaar magertjes bezet. 'Happy hour' en 'large beer 1 euro'. Na een pasta en een large beer besluiten we toch door te fietsen. We hebben bijna het havengebied verlaten als twee oudere dames in t nederlands ons toespreken 'jullie zijn ver van huis?' En op t punt waar we mbv een brug Portimao weer verlaten zien we opeens de markering van het Ecovia-fietspad. In een motel, waar de grandeur al jaren af is, 'slaan we onze tenten op'. De wind is inmiddels grotendeels gaan liggen.
Het fietspad is zoek
We hadden er al een beetje rekening mee gehouden. Maar dat we al zo snel het ecovia-fietspad kwijt zouden raken, was ook voor ons een verrassing. Na een kartier zoeken in Burgau hebben onze eigen route uitgestippeld. Ook niks mis mee. In Luz nog even gehoopt dat t pad uit het niets op zou duiken, maar helaas. Nog een grote groep oudere amerikanen en canadezen ontmoet die hun jaarlijkse fietsvakantie (zonder bagage) dit jaar in zuid-portugal hebben georganiseerd. Ondanks het overgewicht van de mannen en vrouwen trokken ze zichzelf als een dieseltreinen tegen de heuvels omhoog. Het was weer erg warm en dus zijn we om 16.00 uur er mee gestopt. We zijn neergestreken in het erg toeristische lagos. Maar ondanks dat kost de camping maar een tientje per nacht. Morgenvroeg verder langs de kust. Het schijnt richting albufeira steeds drukker te worden. Voordeel is wel dat in t weekend er minder verkeer is.
donderdag 29 september 2011
Ecovia - proloog en wederom Ricky
We zijn begonnen aan het Ecovia - fietspad. Bij Cabo de Sao Vincente staat kilometerpaal 0. Het loopt helemaal langs de zuidkust van Portugal en in totaal is het 214 km. Stel je zou 50 km per dag fietsen dan heb je aan ruim een halve week voldoende om de Guadiana, de grensrivier met Spanje, te bereiken. Maar zo simpel is het niet. Uit allerlei informatie die er vooraf te vinden is over het pad blijkt dat het fietspad nog steeds niet helemaal voltooid is. Dat de bewegwijzering te wensen over laat. Dat sommige delen nog steeds over de drukke N125 gaan en dat over de moeilijkheidsgraad van de trajecten heel weinig bekend is. En na 37 km moeten we helaas concluderen dat al die beweringen waarschijnlijk waar zijn. Het is onze bedoeling om het hele traject rustig aan te doen. We liggen voor op ons schema en dus kunnen we het ons veroorloven om uitgebreid te genieten van de zuidkust. En meer tijd in te ruimen voor het lezen van een boek.
Overigens zijn we vandaan heel laat vertrokken vanaf de camping. Het was zeker 14.00 uur. Eerst nog, op uitnodiging, uitgebreid koffie gedronken met gepensioneerde Nederlanders. Altijd gezellig. Geen geprut bij de eigen tent, maar lekker comfortabel in een stoel van een Douwe Egberts genieten. Ook nog ervaringen uitgewisseld met een Franse fietser die o.a. in Zuid-Spanje een overtocht naar Marokko heeft ingepland.
Daarna in Sagres het surfstrand bezocht en vanaf het terras, pal aan zee, de verrichtingen gade geslagen van de jongelui. We kennen ze allemaal wel. Bruinverbrande, atletisch gebouwde, goed geklede jongeren. Met dure zonnebril. In dit geval Duitsers, maar ook een enkele Nederlander of Portugees. Maakt niet uit. Een Nederlandse jongen had ons nog uitgelegd dat dit surfstrand eenvoudiger was dan die aan de westelijke Atlantische kust. Daarom was hij hier. Hij was nog niet zo heel goed. Onze conclusie is dat behoudens 1 uitzondering niemand kan surfen. Het zijn dobberaars. Met veel pijn en moeite peddelen ze een stuk de zee op en dan laten ze zich op een golf meevoeren. Sommige krijgen het nog voor elkaar om op die plank te klimmen, maar kukelen daar ook meteen weer van af. Wat is hiervan de lol. De lol is volgens ons dan ook niet het surfen, maar het apres-surfen.
Om 15.00 uur springen we weer op de fiets. Om toch nog maar een stukje Ecovia te doen. Al heel snel zijn we het pad kwijt. Moeten nog even wennen aan de verschillende manieren van aanduidingen. Ecovia-logoteken, blauwe pijlen op borden en op de weg, gele paaltjes en soms helemaal niks. Op intuïtie komen we er gelukkig vrij snel uit. Het deel dat we tot nu toe hebben gefietst gaat allemaal over kleine weggetjes. Meest verhard, maar ook over onverharde zeer steile korte klimmetjes. En ook steil weer naar beneden. Er is verder geen verkeer op die stukken, dus er is geen direct gevaar. De omgeving is prachtig. Als we in Salema, een dorpje dat idyllisch tussen de rotsformaties ligt, aankomen, besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag. Goed betaalbaar hotel en s'avonds live Sporting Portugal tegen Lazio. En ........ 2-1 voor de Portugezen. Met 1 goal van ....... Ricky.
Overigens zijn we vandaan heel laat vertrokken vanaf de camping. Het was zeker 14.00 uur. Eerst nog, op uitnodiging, uitgebreid koffie gedronken met gepensioneerde Nederlanders. Altijd gezellig. Geen geprut bij de eigen tent, maar lekker comfortabel in een stoel van een Douwe Egberts genieten. Ook nog ervaringen uitgewisseld met een Franse fietser die o.a. in Zuid-Spanje een overtocht naar Marokko heeft ingepland.
Daarna in Sagres het surfstrand bezocht en vanaf het terras, pal aan zee, de verrichtingen gade geslagen van de jongelui. We kennen ze allemaal wel. Bruinverbrande, atletisch gebouwde, goed geklede jongeren. Met dure zonnebril. In dit geval Duitsers, maar ook een enkele Nederlander of Portugees. Maakt niet uit. Een Nederlandse jongen had ons nog uitgelegd dat dit surfstrand eenvoudiger was dan die aan de westelijke Atlantische kust. Daarom was hij hier. Hij was nog niet zo heel goed. Onze conclusie is dat behoudens 1 uitzondering niemand kan surfen. Het zijn dobberaars. Met veel pijn en moeite peddelen ze een stuk de zee op en dan laten ze zich op een golf meevoeren. Sommige krijgen het nog voor elkaar om op die plank te klimmen, maar kukelen daar ook meteen weer van af. Wat is hiervan de lol. De lol is volgens ons dan ook niet het surfen, maar het apres-surfen.
Om 15.00 uur springen we weer op de fiets. Om toch nog maar een stukje Ecovia te doen. Al heel snel zijn we het pad kwijt. Moeten nog even wennen aan de verschillende manieren van aanduidingen. Ecovia-logoteken, blauwe pijlen op borden en op de weg, gele paaltjes en soms helemaal niks. Op intuïtie komen we er gelukkig vrij snel uit. Het deel dat we tot nu toe hebben gefietst gaat allemaal over kleine weggetjes. Meest verhard, maar ook over onverharde zeer steile korte klimmetjes. En ook steil weer naar beneden. Er is verder geen verkeer op die stukken, dus er is geen direct gevaar. De omgeving is prachtig. Als we in Salema, een dorpje dat idyllisch tussen de rotsformaties ligt, aankomen, besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag. Goed betaalbaar hotel en s'avonds live Sporting Portugal tegen Lazio. En ........ 2-1 voor de Portugezen. Met 1 goal van ....... Ricky.
woensdag 28 september 2011
Het einde van Europa
Gezamenlijk met het Vlaamse echtpaar vanmorgen ontbeten in het hostel. En als u mocht denken dat de vorming van een nieuw kabinet in Vlaanderen het gesprek van de dag is, dan heeft u het mis. De Vlaming maakt zich zorgen over de Ronde (met hoofdletter). En om precies te zijn over het ontbreken, vanaf 2012, van de Muur (weer met hoofdletter). Het ontbreken van de Muur van Geraardsbergen in de Ronde van Vlaanderen is het gesprek van de dag in Vlaanderen. Het is maar dat u het weet. Een mooi begin van de dag wat ons betreft. Liefde voor de fiets en de fietssport.
De dag stond in het teken van de kaap. Het meest zuid-westelijke punt van Europa. In vroeger dagen het einde van de aarde. Finisterra. De weg er naartoe was afwisselend, parasoldennen, pijnbomen, eucalyptusbomen, en bij Carrapateira een duinlandschap. Hoe dichter we bij de Cabo (kaap) de Sao Vincente komen hoe lager de begroeiing. Het laatste stuk, even buiten Vila do Bispo, is een onverharde weg door een bijna kaal en ruig landschap. Een prachtige aanloop naar het einde van de wereld. Naar historisch belangrijk gebied. Hier vocht per slot van rekening de Engelse admiraal Nelson zijn beroemde zeeslag uit met de Spanjaarden. De laatste kilometer gaat weer over asfalt.
De weg naar de Cabo is geplaveid voor de moderne toerist. Voor de touringcars, de campers, de dagjesmensen. Voordat we uiteindelijk bij de vuurtoren aankomen fietsen we langs een soort braderie, stalletjes met allerhande prullaria. En tot overmaat van ramp is de vuurtoren zelf niet van dichtbij te benaderen. En het museum is ook al gesloten. Het is bijna 18.00 uur. Hebben we er een hele dag over gedaan om dit punt te bereiken en dan dit. Nog wel een paar mooie kiekjes geschoten. En dit mag dan wel het einde van Europa zijn, voor ons is dit punt het begin van de Ecovia-fietsroute, die langs de hele Portugese zuidkust is aangelegd. Tot aan de Guadiana, de grensrivier met Spanje. Lang leve de fietsers.
De dag stond in het teken van de kaap. Het meest zuid-westelijke punt van Europa. In vroeger dagen het einde van de aarde. Finisterra. De weg er naartoe was afwisselend, parasoldennen, pijnbomen, eucalyptusbomen, en bij Carrapateira een duinlandschap. Hoe dichter we bij de Cabo (kaap) de Sao Vincente komen hoe lager de begroeiing. Het laatste stuk, even buiten Vila do Bispo, is een onverharde weg door een bijna kaal en ruig landschap. Een prachtige aanloop naar het einde van de wereld. Naar historisch belangrijk gebied. Hier vocht per slot van rekening de Engelse admiraal Nelson zijn beroemde zeeslag uit met de Spanjaarden. De laatste kilometer gaat weer over asfalt.
dinsdag 27 september 2011
Naar de kust
De beheerster van het vakantieverblijf in Santa Clara zwaait ons uit. Dat zegt alles over de zorgzaamheid waarmee ze de gasten benaderd. Maar bovendien wil ze die fietsers extra aandacht geven, zo lijkt het. We maken vandaag (dinsdag) een doorsteek van het binnenland van de Alentejo naar de Atlantische kust. Van Santa Clara-a-Velha naar Aljezur in het zuidwesten van Portugal. En die doorsteek door de heuvels hadden we niet in kaart gebracht. Ogenschijnlijk zal het een rustige dag worden. Beetje op en af en vooral het eerste begin is heerlijk. Het is zowaar bewolkt en dat voelt prettig aan. Maar zo rond de middag, als we op weg zijn naar Sao Teotonio, komt de zon er weer helemaal door en wordt het erg warm. Er is geen zuchtje wind en het is ruim dertig graden. Bovendien is het aldoor dalen en opnieuw weer klimmen. Geen moment komen we in ons ritme. De 'marteling' is ten einde als we Teotonio bereiken.
We zijn nu dicht bij de kust en meteen is er een aangename wind. Kwamen we in het binnenland geen toerist tegen, hier stikt het weer van de campers. De kust heeft toch een geweldige aantrekkingskracht voor de toerist. Naar Aljezur is het voornamelijk dalen. We ploffen neer op een terras. Vanaf die plek zien we, in een steegje, een hostel. Het is een nieuwe slaapgelegenheid blijkbaar. Het stond niet in ons gidsje vermeld. Het ziet er ook nieuw uit. Veel jongelui, maar ook een Vlaams echtpaar. Die, zo vertellen ze, na een slechte zomer, toch nog een paar weken willen genieten van de Portugese zon. Wat ons betreft mag die zon af en toe wel even weg blijven.
maandag 26 september 2011
Ricky, Sancho Panza en klantvriendelijkheid
De voorkant van de krant van maandagmorgen: 'Wolfswinkel Matador'. Het is het succes van de eenvoudige Utrechtenaar die (samen met Stijn Schaars) furore maakt bij de Portugese topclub Sporting Lissabon. Wat gaat er schuil achter dit succes. Het antwoord ligt niet voor de hand. Maar uiteindelijk is het eenvoudig. Sinds onze aanwezigheid in Portugal gaat het bijzonder goed met Sporting en in het bijzonder met onze 'jongens'. Evenals in Outao, waar de beide Hollanders, na onze binnenkomst in de campingkantine, gelijk in de eerste twee minuten al scoorden, gebeurde dat ook zaterdagavond in Castro Verde. We besloten die avond in de lokale gaarkeuken, vlak bij het hotel, te gaan eten. Voor 7 euro een voedzame maaltijd. Jong en oud had zich daar verzameld om naar Sporting tegen Setubal te gaan kijken. Bij binnenkomst werd even raar opgekeken naar de vreemdelingen. We zoeken een strategische plek uit. De eerste fles Sagres staat nog maar amper voor onze neus en de menigte veert op. Met een geplaatst schot in de rechterbovenhoek scoort in de 15e minuut ...... jawel, Ricky van Wolfswinkel. De in een euforische stemming geraakte buurman kijkt ons aan en wij antwoorden met een Stan Laurel - knikje, 'zo doen we dat in Nederland'. De stand 3-0 komt in beeld. In de eerste minuut Stijn Schaars en in de 7e van Wolfswinkel.
Vanuit de plaats waar we eigelijk niet wilden zijn vertrekken we al vroeg om de oorspronkelijke route weer op te pakken. Prachtig weer en mooie uitzichten. Net voor we het eerste dorpje bereiken maken we een foto van een boerentafereel. De veeboer geeft te kennen dat hij in een shovelbak een dood varken heeft liggen en hij staat erop dat hij daarmee op de foto wil. En even later staat het stekelige varken (in de bak) en de trotse boer (achter het stuur van de tractor) op de foto.
In een gestaag tempo peddelen we voort. In het kleine dorpje bij het Estacao de Ourique gaan we iets koels drinken. We stappen een klein cafe binnen. En het is alsof we een schilderij binnen stappen van Jan Steen, levendig en chaotisch. Op de vloer liggen schedels van bokken, verfpotten en schildergereedschap en achter de geïmproviseerde bar staat een lachende man die nog het meest lijkt op de schildknaap Sancho Panza of een Mexicaanse gringo. Hij draagt een voetbalshirt, die gezien de glans, al tijden niet meer met water in aanraking is geweest. Ook hier ontkomen we niet aan een fotosessie. Hoogtepunt hiervan, man met Benfica - gedenkbord. In Garvao besluiten we de hongerige maag te stillen. De kroegbaas roept zijn vrouw en in overleg met haar bepalen we wat ze voor ons gaat klaar maken met behulp van de beschikbare etenswaren. Klantvriendelijk dus.
Tot aan Sao Martinho das Amoreiras gaat het golvend op en neer. Een mooie route met amper verkeer en tegen alle verwachting in allemaal verharde wegen. Om half acht komen we in Santa Clara -a-Velha aan. Even lijkt het erop dat er geen slaapgelegenheid is, de schrik slaat ons bijna om het hart, maar een bewoner verwijst naar een heuvel vlak achter het dorp. Na een steile beklimming, het is nog net geen beklimming van de Alto de El Angliru, komen we bij een tot luxe vakantieoord verbouwde boerenhoeve. Met zwembad en uitzicht over de heuvels van de Alentejo.
Vanmorgen maakt de laaghangende mist al snel plaats voor de zon. We besluiten hier maar een dag te blijven. Lezen, uitrusten en vooral onszelf goed verzorgen.
Morgen verder op weg naar de kust.
Vanuit de plaats waar we eigelijk niet wilden zijn vertrekken we al vroeg om de oorspronkelijke route weer op te pakken. Prachtig weer en mooie uitzichten. Net voor we het eerste dorpje bereiken maken we een foto van een boerentafereel. De veeboer geeft te kennen dat hij in een shovelbak een dood varken heeft liggen en hij staat erop dat hij daarmee op de foto wil. En even later staat het stekelige varken (in de bak) en de trotse boer (achter het stuur van de tractor) op de foto.
In een gestaag tempo peddelen we voort. In het kleine dorpje bij het Estacao de Ourique gaan we iets koels drinken. We stappen een klein cafe binnen. En het is alsof we een schilderij binnen stappen van Jan Steen, levendig en chaotisch. Op de vloer liggen schedels van bokken, verfpotten en schildergereedschap en achter de geïmproviseerde bar staat een lachende man die nog het meest lijkt op de schildknaap Sancho Panza of een Mexicaanse gringo. Hij draagt een voetbalshirt, die gezien de glans, al tijden niet meer met water in aanraking is geweest. Ook hier ontkomen we niet aan een fotosessie. Hoogtepunt hiervan, man met Benfica - gedenkbord. In Garvao besluiten we de hongerige maag te stillen. De kroegbaas roept zijn vrouw en in overleg met haar bepalen we wat ze voor ons gaat klaar maken met behulp van de beschikbare etenswaren. Klantvriendelijk dus.
Tot aan Sao Martinho das Amoreiras gaat het golvend op en neer. Een mooie route met amper verkeer en tegen alle verwachting in allemaal verharde wegen. Om half acht komen we in Santa Clara -a-Velha aan. Even lijkt het erop dat er geen slaapgelegenheid is, de schrik slaat ons bijna om het hart, maar een bewoner verwijst naar een heuvel vlak achter het dorp. Na een steile beklimming, het is nog net geen beklimming van de Alto de El Angliru, komen we bij een tot luxe vakantieoord verbouwde boerenhoeve. Met zwembad en uitzicht over de heuvels van de Alentejo.
Vanmorgen maakt de laaghangende mist al snel plaats voor de zon. We besluiten hier maar een dag te blijven. Lezen, uitrusten en vooral onszelf goed verzorgen.
Morgen verder op weg naar de kust.
zaterdag 24 september 2011
Aljustrel
Vanochtend uitgeslapen. Nog net op tijd voor het ontbijt. Ontbijt met oude opgewarmde koffie. Daarna de michelinkaart bekeken. Ons plan is om nu weer terug te gaan naar de Atlantische kust. We ontdekken dat de komende 100 km er nauwelijks slaapgelegenheden zijn en besluiten om er een makkelijke dag van te maken. Het doel is om Aljustrel als springplank te gebruiken. Het ligt maar 40 km van Beja af en het heeft een aantal overnachtingsmogelijkheden. Bovendien een merkwaardig dorp. Het staat bekend als een goudzoekersdorp. Zo tegen vijven komen we in Aljustrel aan. Eerst een terrasje en dan een pension opzoeken. Bij de eerste mogelijkheid zien we al van ver dat het niet open is.Wegens verbouwing gesloten.
We raadplegen een oud mannetje op straat. Die brengt ons naar een ander adres. Ook gesloten. Bij het derde adres doet een in geheel zwart gekleek, oud vrouwtje open. Het oude mannetje doet het woord namens ons. Het is een lang gesprek en uiteindelijk is duidelijk dat we ook daar niet kunnen overnachten. De oude man trekt vragend zijn schouders op en maakt vervolgens het gebaar dat hij het ook niet meer weet. We bedanken hem en gaan zelf op zoek naar een oplossing. Een restauranthouder adviseert om in het zuidelijk gelegen Castro Verde een hotel te zoeken. Daar willen we eigenlijk helemaal niet heen. Maar nood breekt wet. En dus trappen we tegen de avond 20 km zuidwaarts. Nog net voor het donker bereiken we, voor in het dorp, een keurig hotel voor weinig geld.
We raadplegen een oud mannetje op straat. Die brengt ons naar een ander adres. Ook gesloten. Bij het derde adres doet een in geheel zwart gekleek, oud vrouwtje open. Het oude mannetje doet het woord namens ons. Het is een lang gesprek en uiteindelijk is duidelijk dat we ook daar niet kunnen overnachten. De oude man trekt vragend zijn schouders op en maakt vervolgens het gebaar dat hij het ook niet meer weet. We bedanken hem en gaan zelf op zoek naar een oplossing. Een restauranthouder adviseert om in het zuidelijk gelegen Castro Verde een hotel te zoeken. Daar willen we eigenlijk helemaal niet heen. Maar nood breekt wet. En dus trappen we tegen de avond 20 km zuidwaarts. Nog net voor het donker bereiken we, voor in het dorp, een keurig hotel voor weinig geld.
vrijdag 23 september 2011
Naar Beja
De buurman uit Kijkduin maakt de caravan weer rijklaar. Daar komt het nodige gereedschap aan te pas. Ik kan het dan ook niet laten om te zeggen: 'goed gereedschap is het halve werk'. Hij gaat op weg naar de zuidkust. 'Kan de hond lekker zwemmen in de zee, daar is ie gek op. Een kennis van ons fietst ook veel, maar laat mij maar lekker wandelen met de hond'.
Het duurt een uur alvorens we de stad Evora uit zijn. We zoeken de N254 en op een of andere manier komen we wel op die weg, maar het is de noordelijke variant. En we moeten naar het zuiden. Niet goed opgelet dus. Als we dan eindelijk op de weg naar Aguiar zijn dan valt het ons op dat er nauwelijks verkeer is op deze prima geasfalteerde weg. En met een licht briesje in de rug trappen we lekker door. Het landschap is het eerste deel niet erg boeiend, maar we zien wel een klapekster op een telefoondraad zitten. Eigenlijk verwachten we hier de grauwe klauwier en de roodkopklauwier. Na het kale deel in het begin volgt er een wisselend landschap. Eucalyptusbomen, steeneiken, kurkeiken, olijfbomen. In Viana do Alentejo willen we in het dorpshart, in de schaduw, onze zelf meegebrachte lunch nuttigen. Maar daarvoor moeten we wel eerst een kasseiweg steil omhoog fietsen. We worden beloond met een plek op het intieme Praca de Republica. Met uitzicht op de prachtige dorspsfontein, de Fonte das Freiras (nonnenfontein).
Vlak voor Vila Ruiva zien we 3 raven rondcirkelen. Naar Cuba laten we ons lekker uitvieren. Het loopt lichtjes af. Cuba zelf ligt uiteraard weer op een heuvel. Een redelijk nieuw standbeeld van Colon (Columbus) siert het dorpsplein. Op een plaquette wordt uitgelegd dat uit nader onderzoek wel degelijk is gebleken dat Columbus een Portugees was en geen Spanjaard. Het is dan nog 30 km naar de stad Bejo. We komen uit op de drukke IP2. We maken 1400 meter gebruik van deze weg en besluiten om bij Sao Matias achterlangs via een onverharde boerenweg de stad te bereiken. Bij een driesprong moeten we kiezen.
Een schaapherder die toevallig met zijn kudde passeert wijst ons de goede weg. De weg is vol stenen, kuilen en gaten. De Santossen en vooral de Marathon Dureme-banden bewijzen hun waarde. We ploegen voort op de grote stille vlakte. Twee fietsers en een zon die steeds lager aan de horizon komt te staan. Als we uiteindelijk Beja in fietsen is de zon net onder gegaan. Goeie timing. We hebben geen zin meer om de camping te zoeken en slapen vannacht in Residencial Santa Barbara. Het was een mooie dag.
Het duurt een uur alvorens we de stad Evora uit zijn. We zoeken de N254 en op een of andere manier komen we wel op die weg, maar het is de noordelijke variant. En we moeten naar het zuiden. Niet goed opgelet dus. Als we dan eindelijk op de weg naar Aguiar zijn dan valt het ons op dat er nauwelijks verkeer is op deze prima geasfalteerde weg. En met een licht briesje in de rug trappen we lekker door. Het landschap is het eerste deel niet erg boeiend, maar we zien wel een klapekster op een telefoondraad zitten. Eigenlijk verwachten we hier de grauwe klauwier en de roodkopklauwier. Na het kale deel in het begin volgt er een wisselend landschap. Eucalyptusbomen, steeneiken, kurkeiken, olijfbomen. In Viana do Alentejo willen we in het dorpshart, in de schaduw, onze zelf meegebrachte lunch nuttigen. Maar daarvoor moeten we wel eerst een kasseiweg steil omhoog fietsen. We worden beloond met een plek op het intieme Praca de Republica. Met uitzicht op de prachtige dorspsfontein, de Fonte das Freiras (nonnenfontein).
Vlak voor Vila Ruiva zien we 3 raven rondcirkelen. Naar Cuba laten we ons lekker uitvieren. Het loopt lichtjes af. Cuba zelf ligt uiteraard weer op een heuvel. Een redelijk nieuw standbeeld van Colon (Columbus) siert het dorpsplein. Op een plaquette wordt uitgelegd dat uit nader onderzoek wel degelijk is gebleken dat Columbus een Portugees was en geen Spanjaard. Het is dan nog 30 km naar de stad Bejo. We komen uit op de drukke IP2. We maken 1400 meter gebruik van deze weg en besluiten om bij Sao Matias achterlangs via een onverharde boerenweg de stad te bereiken. Bij een driesprong moeten we kiezen.
donderdag 22 september 2011
Niks gedaan
De warme bakker uit Genemuiden uitgezwaaid. Heeft een paar jaar geleden zijn bakkerij verkocht en toert nu al wekenlang rond in een ruime camper. Nieuwe plastic eetbordjes van hem gekregen. Die waren gesneuveld tijdens de heenvlucht. Er zat een rond gat in de bordjes (?).
Evora is een studentenstad. Ook hier wordt het universitair jaar geopend met ontgroeningsrituelen. In Nederland worden de excessen rondom dit achterlijke gedoe aangepakt. Hier blijkbaar niet. Vernederende taferelen, in het openbaar,waar aankomende studenten zich alles moeten laten welgevallen. Enige wellust valt te bespeuren in de ogen van de ouderejaars.
Het lijkt alsof de tijd van Caetano en Salazar in deze ontgroeningsweek herleven.
Verder niet veel gedaan. Uitgerust op een bankje in het park. In de schaduw uiteraard.Daarna de highlights bekeken. In het bijzonder de Romeinse tempel van Evora. Straks, op een terras, nog even met onze Canadese fietsvrienden de laatste fietstips uitwisselen. Zij gaan morgen naar het noorden om uiteindelijk over een paar weken in Madrid aan te komen. Wij gaan verder zuidwaarts. Een dag niks doen is ook niet alles. Het klinkt gek, maar we missen de fiets al weer. Dus morgen gaan we op weg naar Beja. Plusminus 85 km.
(We hebben de hele dag al geen internetverbinding. Op de camping is de verbinding al een paar dagen verbroken. En nu zitten we midden in een park en krijgen we met onze ipad zo maar contact)
Evora is een studentenstad. Ook hier wordt het universitair jaar geopend met ontgroeningsrituelen. In Nederland worden de excessen rondom dit achterlijke gedoe aangepakt. Hier blijkbaar niet. Vernederende taferelen, in het openbaar,waar aankomende studenten zich alles moeten laten welgevallen. Enige wellust valt te bespeuren in de ogen van de ouderejaars.
Het lijkt alsof de tijd van Caetano en Salazar in deze ontgroeningsweek herleven.
Verder niet veel gedaan. Uitgerust op een bankje in het park. In de schaduw uiteraard.Daarna de highlights bekeken. In het bijzonder de Romeinse tempel van Evora. Straks, op een terras, nog even met onze Canadese fietsvrienden de laatste fietstips uitwisselen. Zij gaan morgen naar het noorden om uiteindelijk over een paar weken in Madrid aan te komen. Wij gaan verder zuidwaarts. Een dag niks doen is ook niet alles. Het klinkt gek, maar we missen de fiets al weer. Dus morgen gaan we op weg naar Beja. Plusminus 85 km.
(We hebben de hele dag al geen internetverbinding. Op de camping is de verbinding al een paar dagen verbroken. En nu zitten we midden in een park en krijgen we met onze ipad zo maar contact)
woensdag 21 september 2011
Makkie
Tegen onze gewoonte in vroeg opgestaan. Om 9 uur al op de fiets. Twee canadese fietsers rijden een tijdje met ons op. Bij het eerste heuveltje moeten ze al lossen. In Santa Susana doen we onze inkopen voor onderweg. Daarna krijgt Hilde een kleine inzinking als gevolg van de hitte. In een lokale kroeg in Alcacer do Sal, waar we ons ontbijt hebben genuttigd, hadden we in het programma Bom Dia al gezien dat we in het warmste deel van Portugal fietsen. Nog voor we Sao Cristovao bereiken staan we even stil om wat water te drinken. Hilde tovert (dit blijft onder ons) een zakje met daarin groene pillen te voorschijn. Heeft ze volgens haar van een bevriende relatie uit Sleen gekregen, 'om uit te proberen' . Drie groene pillen neemt ze tegelijk met lauw water in. En het werkt echt. In no-time zijn we in Santiago do Escoural. Voor de vogelliefhebbers onder ons. We hebben o.a. gezien: de hop, blauwe ekster, bruine kiekendief, roodborsttapuit.
In Valverde kennis gemaakt met de lokale kruidenier en tevens manager van de lokale FC. Beker van recent behaalde kampioenschap staat boven de uitgebreide keus aan waspoeders te pronken in de winkel. Bij een bezienswaardigheid (dolmen) wordt ik aangeschoten door een Nederlandse mevrouw. Ze herkent mijn wielershirt van de 'Grand depart' 2010'. In Rotterdam. Ze blijkt in de organisatie daarvan te hebben gezeten. Ik vertel haar dat ik met plezier terugdenk aan die toerrit als voorloper op de proloog van de tour. En dat het shirt na 2 jaar nog in puike staat verkeerd. Kwaliteit dus. Ze wil me graag, met dat tricot, op de foto zetten.
In Valverde kennis gemaakt met de lokale kruidenier en tevens manager van de lokale FC. Beker van recent behaalde kampioenschap staat boven de uitgebreide keus aan waspoeders te pronken in de winkel. Bij een bezienswaardigheid (dolmen) wordt ik aangeschoten door een Nederlandse mevrouw. Ze herkent mijn wielershirt van de 'Grand depart' 2010'. In Rotterdam. Ze blijkt in de organisatie daarvan te hebben gezeten. Ik vertel haar dat ik met plezier terugdenk aan die toerrit als voorloper op de proloog van de tour. En dat het shirt na 2 jaar nog in puike staat verkeerd. Kwaliteit dus. Ze wil me graag, met dat tricot, op de foto zetten.
Zelfs na een frisse duik in het zwembad van de camping in Evora zit het me nog steeds niet helemaal lekker. Ook vorig jaar, bij terugkomst in Nederland, ontdekte ik in onze bagage een flesje met daarop 'hoestdrankje voor kalveren'. Een nader onderzoek wordt ingesteld. Morgen een rustdag. Het historische Evora bezichtigen.
Een rustig dagje
Km of 50. Pas om twee uur van de camping vertrokken. Nog drie km naar Setubal. Maar wel grotendeels omhoog. Direct doorgefietst naar de ferry naar Troia. De landtong afgefietst naar Comporta (overvliegende grutto's) en daarna een hete 30 km naar Alcacer do Sal. Laat gegeten, maar wel buiten op het terras. Uitzicht op het estuarium. Water, slik en rietkragen. Koereigers, ooievaars, veel blauwe reigers, tureluur en af en toe nog een zwaluw. Onderweg veel tapuiten gezien. De benen vandaag rust gegund. Klein versnellinkje gedraaid. Morgen vroeg op. Plus minus 90 km naar Evora. Ook met klimmetjes. We zien wel.
dinsdag 20 september 2011
De Arrabida is een 'smeerlap'
Vanmorgen toch te lang blijven hangen bij het ontbijt in het hotel. Allerlei leuke gesprekjes met onder andere een echtpaar uit Engeland, dat wil zeggen daar kwam zij vandaan maar hij kwam uit het grafschaft Bentheim, een Duitser dus met een Twentse tongval.
Met de boot overgestoken naar Cacilhas en via de N10 bereiken we de weg Seixal-Sesimbra. Een drukke weg met veel vrachtverkeer. Na 10 kilometer hebben we daar genoeg van en besluiten rechtsaf te slaan om zo via een licht geaccidenteerde weg (onze eerste klimmetjes) door een mooi landschap uiteindelijk toch in Santana uit te komen. We hadden een onverharde weg willen nemen langs Calhariz, maar we konden geen richtingaanwijzer ontdekken die ons daar naar toe kon leiden. Ook het advies van 2 stamgasten van een lokale kroeg leverde niks op. Dan maar de drukke N379 naar Setubal. Vlak voor Aldeia de Irmaos slaan we rechtsaf om via de bergweg van de Serra de Arrabida bovenlangs uiteindelijk bij onze 1e camping in Outao uit te komen.
De prachtige avondzon kleurt het landschap....Als we aan de klim beginnen verdwijnt de zon achter de horizon. In stilte, er is praktisch geen verkeer meer, zwoegen we ons naar boven. De Arrabida is veel lastiger dan we dachten. Wel mooie uitzichten over de Baai van Setubal, maar daar koop je op zo'n moment weinig voor. We denken al op het hoogste punt te zitten, want we beginnen in het donker aan een daling. En dan heeft de Arrabida nog een verrassing voor ons in petto. De weg gaat opnieuw vervelend steil omhoog. We sleuren ons met onze bagage wederom omhoog. Alle hulde aan Hilde. Ze vind haar ritme terug en overwint haarzelf en de Arrabida.
Dan rijden we over de bergkam en zien links de lichtjes van Lissabon en rechts die van Setubal. Een hele lange daling volgt. Onderaan is inderdaad de camping. Voordat we de tent op gaan zetten gaan we eerst eten. Het is al laat en we krijgen wat er nog voorradig is, een ieder drie vissen, salade, gele rijst. In een mum van tijd is het weggewerkt. En live: Rio Ave- Sporting Lissabon, en we zien in de eerste 2 minuten Stijn Schaars en Ricky van Wolfswinkel scoren voor Sporting. Kijk zo doen Nederlanders dat, een topprestatie leveren. Maar de beker is vandaag voor Hilde!
Met de boot overgestoken naar Cacilhas en via de N10 bereiken we de weg Seixal-Sesimbra. Een drukke weg met veel vrachtverkeer. Na 10 kilometer hebben we daar genoeg van en besluiten rechtsaf te slaan om zo via een licht geaccidenteerde weg (onze eerste klimmetjes) door een mooi landschap uiteindelijk toch in Santana uit te komen. We hadden een onverharde weg willen nemen langs Calhariz, maar we konden geen richtingaanwijzer ontdekken die ons daar naar toe kon leiden. Ook het advies van 2 stamgasten van een lokale kroeg leverde niks op. Dan maar de drukke N379 naar Setubal. Vlak voor Aldeia de Irmaos slaan we rechtsaf om via de bergweg van de Serra de Arrabida bovenlangs uiteindelijk bij onze 1e camping in Outao uit te komen.
De prachtige avondzon kleurt het landschap....Als we aan de klim beginnen verdwijnt de zon achter de horizon. In stilte, er is praktisch geen verkeer meer, zwoegen we ons naar boven. De Arrabida is veel lastiger dan we dachten. Wel mooie uitzichten over de Baai van Setubal, maar daar koop je op zo'n moment weinig voor. We denken al op het hoogste punt te zitten, want we beginnen in het donker aan een daling. En dan heeft de Arrabida nog een verrassing voor ons in petto. De weg gaat opnieuw vervelend steil omhoog. We sleuren ons met onze bagage wederom omhoog. Alle hulde aan Hilde. Ze vind haar ritme terug en overwint haarzelf en de Arrabida.
Dan rijden we over de bergkam en zien links de lichtjes van Lissabon en rechts die van Setubal. Een hele lange daling volgt. Onderaan is inderdaad de camping. Voordat we de tent op gaan zetten gaan we eerst eten. Het is al laat en we krijgen wat er nog voorradig is, een ieder drie vissen, salade, gele rijst. In een mum van tijd is het weggewerkt. En live: Rio Ave- Sporting Lissabon, en we zien in de eerste 2 minuten Stijn Schaars en Ricky van Wolfswinkel scoren voor Sporting. Kijk zo doen Nederlanders dat, een topprestatie leveren. Maar de beker is vandaag voor Hilde!
zondag 18 september 2011
Lissabon
Na een stevig ontbijt gaan we op pad. Fietsen of toch wandelen. Wandelen dan maar, want bij nader inzien zijn sommige hellingen wel erg steil voor de fiets. De zo karakteristieke trams van Lissabon kruipen gestaag omhoog. Het is seniorentijd. Individueel en in groepen. De 'tuinenreisgroep' van de ANWB hadden we al ontdekt in het vliegtuig. Vandaag kwamen we zowaar groep nr. 17 tegen. Alle deelnemers hadden een nummertje ter hoogte van de hartstreek op hun kledingstuk geplakt. Zou dat nu werkelijk voor de reisleider zijn om ze op die manier overzichtelijk in beeld te houden. En in die groep zaten, zo op het oog gezien, toch echt gepensioneerde leraren, belastinginspecteurs in ruste. En noem nog maar een paar respectabele beroepen. Je wil toch niet een nummertje op je vlotte t-shirt. En vergeet niet de pet. Dat hoofddeksel raakt steeds meer ingeburgerd onder senioren. Deels om het kalende hoofd tegen de zon te beschermen. Maar ook omdat zo'n Nike-pet je een stuk jonger maakt.
De temperaturen in Lissabon zijn precies op tijd gedaald naar zo'n 25 graden. Prima vakantieweer. We hadden geen zin om een lijstje met highlights af te werken. Van dingen die je gezien moet hebben. Doen we wel een andere keer. Een paar dagen Lissabon voor weinig geld is zo gek nog niet. Het is een rustige nonchalante stad. Geen gedoe. Overal tijd voor. En veel koloniaal verleden. Helden te paard op grote sokkels en zeevaarders die richting zee kijken. In het begin van de dag liepen we tegen een dansgroepje aan. Portugese folklore. Maar de deuntjes zijn universeel. Als je goed luistert dan valt op dat intro en slotakkoord van het Oale Volk ook zo klinkt. Wel heel vrolijk.
Morgen gaan we de stad al weer verlaten. We hebben het gevoel dat het dan pas echt gaat beginnen. Eerst een boottochtje. De oversteek vanaf de kade van Lissabon naar Cacilhas, aan de andere kant van de Taag. En dan zien we wel hoe ver we komen. In de verte zien we wel al wat heuvels liggen en daar moeten we overheen.
Morgen gaan we de stad al weer verlaten. We hebben het gevoel dat het dan pas echt gaat beginnen. Eerst een boottochtje. De oversteek vanaf de kade van Lissabon naar Cacilhas, aan de andere kant van de Taag. En dan zien we wel hoe ver we komen. In de verte zien we wel al wat heuvels liggen en daar moeten we overheen.
zaterdag 17 september 2011
Aankomst
De fietsen hebben de vlucht naar Lissabon goed overleeft. Hier en daar wat verbuigingen. Geen vitale delen beschadigd. En dat is toch elke keer weer spannend. Het duurt even alvorens de fietsen op een transportband ons tegemoet glijden. Na een half uurtje zijn ze weer rijklaar. Inmiddels is het donker geworden. Maar de wegen zijn goed verlicht. Over de busbaan, steeds maar rechtdoor en een licht briesje in de rug, rijden we richtinhg het centrum. Verbaasde blikken van automobilisten.
Het Lisboa City Hotel is snel gevonden. Als we de stoep op fietsen zwaaien de deuren van het hotel al uitnodigend open en we rijden de karretjes spontaan het hotel in. Tot voor een balie waar een verbouwereerde employé ons welkom heet. 'Bikes' heeft ie nog nooit in zijn hotel gehad. Ze krijgen een veilig plekje in de garage van de baas. Het hotel lijkt een mooie uitvalsbasis voor een zonnig dagje Lissabon morgen.
maandag 12 september 2011
Bestemming Lissabon
Zaterdag 17 september - Vlucht HV 5951 - vertrek 16.50 uur - aankomst 18.40 uur (lokale tijd) - bestemming Lissabon.
donderdag 11 augustus 2011
Tis bijna weer zover
Zaterdag 17 september 2011 beginnen we aan onze tweede fietsvakantie. Deze keer trappen we van Lissabon naar Sevilla. Van de hoofdstad van Portugal via Setubal, door het binnenland, naar Evora en vervolgens door het prachtige landschap van de Alentejo en de Algarve, diagonaal naar het uiterste puntje van Europa: Cabo de Sao Vicente. Vandaar over de Ecovia fietsroute (naar het schijnt slecht bewegwijzerd, dus avontuurlijk) langs de zuidkust van Portugal naar de grens met Spanje.
Begin oktober langs de zuidwestkust van Andalusie. Van Ayamonte naar Huelva om dan langs de stille stranden van het prachtige Donana natuurgebied tot aan Matalascanas te genieten van de najaarszon en niet te vergeten het begin van de vogeltrek. Omhoog het binnenland in naar El Rocio met zijn mooie witte kerk (met zwarte madonna).De laatste etappes zullen door het prachtige natuurpark gaan. Fietsen tussen de flamingo's, de grote en kleine trap en de heilige ibis.
Zo denken we dat ons route zal zijn, maar onderweg kunnen we ook van koers veranderen. Niets moet en alles kan en mag.
Het slotakkoord is dan voor Sevilla. De stad van de ontdekkingsreiziger Christopher Columbus. Dan zijn wij maar eenvoudige fietsers. Vier week op de trappers. We zien er naar uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)