Vanochtend uitgeslapen. Nog net op tijd voor het ontbijt. Ontbijt met oude opgewarmde koffie. Daarna de michelinkaart bekeken. Ons plan is om nu weer terug te gaan naar de Atlantische kust. We ontdekken dat de komende 100 km er nauwelijks slaapgelegenheden zijn en besluiten om er een makkelijke dag van te maken. Het doel is om Aljustrel als springplank te gebruiken. Het ligt maar 40 km van Beja af en het heeft een aantal overnachtingsmogelijkheden. Bovendien een merkwaardig dorp. Het staat bekend als een goudzoekersdorp. Zo tegen vijven komen we in Aljustrel aan. Eerst een terrasje en dan een pension opzoeken. Bij de eerste mogelijkheid zien we al van ver dat het niet open is.Wegens verbouwing gesloten.
We raadplegen een oud mannetje op straat. Die brengt ons naar een ander adres. Ook gesloten. Bij het derde adres doet een in geheel zwart gekleek, oud vrouwtje open. Het oude mannetje doet het woord namens ons. Het is een lang gesprek en uiteindelijk is duidelijk dat we ook daar niet kunnen overnachten. De oude man trekt vragend zijn schouders op en maakt vervolgens het gebaar dat hij het ook niet meer weet. We bedanken hem en gaan zelf op zoek naar een oplossing. Een restauranthouder adviseert om in het zuidelijk gelegen Castro Verde een hotel te zoeken. Daar willen we eigenlijk helemaal niet heen. Maar nood breekt wet. En dus trappen we tegen de avond 20 km zuidwaarts. Nog net voor het donker bereiken we, voor in het dorp, een keurig hotel voor weinig geld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten