donderdag 29 september 2011

Ecovia - proloog en wederom Ricky

We zijn begonnen aan het Ecovia - fietspad. Bij Cabo de Sao Vincente staat kilometerpaal 0. Het loopt helemaal langs de zuidkust van Portugal en in totaal is het 214 km. Stel je zou 50 km per dag fietsen dan heb je aan ruim een halve week voldoende om de Guadiana, de grensrivier met Spanje, te bereiken. Maar zo simpel is het niet. Uit allerlei informatie die er vooraf te vinden is over het pad blijkt dat het fietspad nog steeds niet helemaal voltooid is. Dat de bewegwijzering te wensen over laat. Dat sommige delen nog steeds over de drukke N125 gaan en dat over de moeilijkheidsgraad van de trajecten heel weinig bekend is. En na 37 km moeten we helaas concluderen dat al die beweringen waarschijnlijk waar zijn. Het is onze bedoeling om het hele traject rustig aan te doen. We liggen voor op ons schema en dus kunnen we het ons veroorloven om uitgebreid te genieten van de zuidkust. En meer tijd in te ruimen voor het lezen van een boek.


Overigens zijn we vandaan heel laat vertrokken vanaf de camping. Het was zeker 14.00 uur. Eerst nog, op uitnodiging, uitgebreid koffie gedronken met gepensioneerde Nederlanders. Altijd gezellig. Geen geprut bij de eigen tent, maar lekker comfortabel in een stoel van een Douwe Egberts genieten. Ook nog ervaringen uitgewisseld met een Franse fietser die o.a. in Zuid-Spanje een overtocht naar Marokko heeft ingepland.
Daarna in Sagres het surfstrand bezocht en vanaf het terras, pal aan zee, de verrichtingen gade geslagen van de jongelui. We kennen ze allemaal wel. Bruinverbrande, atletisch gebouwde, goed geklede jongeren. Met dure zonnebril. In dit geval Duitsers, maar ook een enkele Nederlander of Portugees. Maakt niet uit. Een Nederlandse jongen had ons nog uitgelegd dat dit surfstrand eenvoudiger was dan die aan de westelijke Atlantische kust. Daarom was hij hier. Hij was nog niet zo heel goed. Onze conclusie is dat behoudens 1 uitzondering niemand kan surfen. Het zijn dobberaars. Met veel pijn en moeite peddelen ze een stuk de zee op en dan laten ze zich op een golf meevoeren. Sommige krijgen het nog voor elkaar om op die plank te klimmen, maar kukelen daar ook meteen weer van af. Wat is hiervan de lol. De lol is volgens ons dan ook niet het surfen, maar het apres-surfen.

Om 15.00 uur springen we weer op de fiets. Om toch nog maar een stukje Ecovia te doen. Al heel snel zijn we het pad kwijt. Moeten nog even wennen aan de verschillende manieren van aanduidingen. Ecovia-logoteken, blauwe pijlen op borden en op de weg, gele paaltjes en soms helemaal niks. Op intuïtie komen we er gelukkig vrij snel uit. Het deel dat we tot nu toe hebben gefietst gaat allemaal over kleine weggetjes. Meest verhard, maar ook over onverharde zeer steile korte klimmetjes. En ook steil weer naar beneden. Er is verder geen verkeer op die stukken, dus er is geen direct gevaar. De omgeving is prachtig. Als we in Salema, een dorpje dat idyllisch tussen de rotsformaties ligt, aankomen, besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag. Goed betaalbaar hotel en s'avonds live Sporting Portugal tegen Lazio. En ........ 2-1 voor de Portugezen. Met 1 goal van ....... Ricky.

woensdag 28 september 2011

Het einde van Europa

Gezamenlijk met het Vlaamse echtpaar vanmorgen ontbeten in het hostel. En als u mocht denken dat de vorming van een nieuw kabinet in Vlaanderen het gesprek van de dag is, dan heeft u het mis. De Vlaming maakt zich zorgen over de Ronde (met hoofdletter). En om precies te zijn over het ontbreken, vanaf 2012, van de Muur (weer met hoofdletter). Het ontbreken van de Muur van Geraardsbergen in de Ronde van Vlaanderen is het gesprek van de dag in Vlaanderen. Het is maar dat u het weet. Een mooi begin van de dag wat ons betreft. Liefde voor de fiets en de fietssport.



De dag stond in het teken van de kaap. Het meest zuid-westelijke punt van Europa. In vroeger dagen het einde van de aarde. Finisterra. De weg er naartoe was afwisselend, parasoldennen, pijnbomen, eucalyptusbomen, en bij Carrapateira een duinlandschap. Hoe dichter we bij de Cabo (kaap) de Sao Vincente komen hoe lager de begroeiing. Het laatste stuk, even buiten Vila do Bispo, is een onverharde weg door een bijna kaal en ruig landschap. Een prachtige aanloop naar het einde van de wereld. Naar historisch belangrijk gebied. Hier vocht per slot van rekening de Engelse admiraal Nelson zijn beroemde zeeslag uit met de Spanjaarden. De laatste kilometer gaat weer over asfalt.


De weg naar de Cabo is geplaveid voor de moderne toerist. Voor de touringcars, de campers, de dagjesmensen. Voordat we uiteindelijk bij de vuurtoren aankomen fietsen we langs een soort braderie, stalletjes met allerhande prullaria. En tot overmaat van ramp is de vuurtoren zelf niet van dichtbij te benaderen. En het museum is ook al gesloten. Het is bijna 18.00 uur. Hebben we er een hele dag over gedaan om dit punt te bereiken en dan dit. Nog wel een paar mooie kiekjes geschoten. En dit mag dan wel het einde van Europa zijn, voor ons is dit punt het begin van de Ecovia-fietsroute, die langs de hele Portugese zuidkust is aangelegd. Tot aan de Guadiana, de grensrivier met Spanje. Lang leve de fietsers.

dinsdag 27 september 2011

Naar de kust

De beheerster van het vakantieverblijf in Santa Clara zwaait ons uit. Dat zegt alles over de zorgzaamheid waarmee ze de gasten benaderd. Maar bovendien wil ze die fietsers extra aandacht geven, zo lijkt het. We maken vandaag (dinsdag) een doorsteek van het binnenland van de Alentejo naar de Atlantische kust. Van Santa Clara-a-Velha naar Aljezur in het zuidwesten van Portugal. En die doorsteek door de heuvels hadden we niet in kaart gebracht. Ogenschijnlijk zal het een rustige dag worden. Beetje op en af en vooral het eerste begin is heerlijk. Het is zowaar bewolkt en dat voelt prettig aan. Maar zo rond de middag, als we op weg zijn naar Sao Teotonio, komt de zon er weer helemaal door en wordt het erg warm. Er is geen zuchtje wind en het is ruim dertig graden. Bovendien is het aldoor dalen en opnieuw weer klimmen. Geen moment komen we in ons ritme. De 'marteling' is ten einde als we Teotonio bereiken.


We zijn nu dicht bij de kust en meteen is er een aangename wind. Kwamen we in het binnenland geen toerist tegen, hier stikt het weer van de campers. De kust heeft toch een geweldige aantrekkingskracht voor de toerist. Naar Aljezur is het voornamelijk dalen. We ploffen neer op een terras. Vanaf die plek zien we, in een steegje, een hostel. Het is een nieuwe slaapgelegenheid blijkbaar. Het stond niet in ons gidsje vermeld. Het ziet er ook nieuw uit. Veel jongelui, maar ook een Vlaams echtpaar. Die, zo vertellen ze, na een slechte zomer, toch nog een paar weken willen genieten van de Portugese zon. Wat ons betreft mag die zon af en toe wel even weg blijven.

maandag 26 september 2011

Ricky, Sancho Panza en klantvriendelijkheid

De voorkant van de krant van maandagmorgen: 'Wolfswinkel Matador'. Het is het succes van de eenvoudige Utrechtenaar die (samen met Stijn Schaars) furore maakt bij de Portugese topclub Sporting Lissabon. Wat gaat er schuil achter dit succes. Het antwoord ligt niet voor de hand. Maar uiteindelijk is het eenvoudig. Sinds onze aanwezigheid in Portugal gaat het bijzonder goed met Sporting en in het bijzonder met onze 'jongens'. Evenals in Outao, waar de beide Hollanders, na onze binnenkomst in de campingkantine, gelijk in de eerste twee minuten al scoorden, gebeurde dat ook zaterdagavond in Castro Verde. We besloten die avond in de lokale gaarkeuken, vlak bij het hotel, te gaan eten. Voor 7 euro een voedzame maaltijd. Jong en oud had zich daar verzameld om naar Sporting tegen Setubal te gaan kijken. Bij binnenkomst werd even raar opgekeken naar de vreemdelingen. We zoeken een strategische plek uit. De eerste fles Sagres staat nog maar amper voor onze neus en de menigte veert op. Met een geplaatst schot in de rechterbovenhoek scoort in de 15e minuut ...... jawel, Ricky van Wolfswinkel. De in een euforische stemming geraakte buurman kijkt ons aan en wij antwoorden met een Stan Laurel - knikje, 'zo doen we dat in Nederland'. De stand 3-0 komt in beeld. In de eerste minuut Stijn Schaars en in de 7e van Wolfswinkel.




Vanuit de plaats waar we eigelijk niet wilden zijn vertrekken we al vroeg om de oorspronkelijke route weer op te pakken. Prachtig weer en mooie uitzichten. Net voor we het eerste dorpje bereiken maken we een foto van een boerentafereel. De veeboer geeft te kennen dat hij in een shovelbak een dood varken heeft liggen en hij staat erop dat hij daarmee op de foto wil. En even later staat het stekelige varken (in de bak) en de trotse boer (achter het stuur van de tractor) op de foto.

In een gestaag tempo peddelen we voort. In het kleine dorpje bij het Estacao de Ourique gaan we iets koels drinken. We stappen een klein cafe binnen. En het is alsof we een schilderij binnen stappen van Jan Steen, levendig en chaotisch. Op de vloer liggen schedels van bokken, verfpotten en schildergereedschap en achter de geïmproviseerde bar staat een lachende man die nog het meest lijkt op de schildknaap Sancho Panza of een Mexicaanse gringo. Hij draagt een voetbalshirt, die gezien de glans, al tijden niet meer met water in aanraking is geweest. Ook hier ontkomen we niet aan een fotosessie. Hoogtepunt hiervan, man met Benfica - gedenkbord. In Garvao besluiten we de hongerige maag te stillen. De kroegbaas roept zijn vrouw en in overleg met haar bepalen we wat ze voor ons gaat klaar maken met behulp van de beschikbare etenswaren. Klantvriendelijk dus.


Tot aan Sao Martinho das Amoreiras gaat het golvend op en neer. Een mooie route met amper verkeer en tegen alle verwachting in allemaal verharde wegen. Om half acht komen we in Santa Clara -a-Velha aan. Even lijkt het erop dat er geen slaapgelegenheid is, de schrik slaat ons bijna om het hart, maar een bewoner verwijst naar een heuvel vlak achter het dorp. Na een steile beklimming, het is nog net geen beklimming van de Alto de El Angliru, komen we bij een tot luxe vakantieoord verbouwde boerenhoeve. Met zwembad en uitzicht over de heuvels van de Alentejo.

Vanmorgen maakt de laaghangende mist al snel plaats voor de zon. We besluiten hier maar een dag te blijven. Lezen, uitrusten en vooral onszelf goed verzorgen.
Morgen verder op weg naar de kust.

zaterdag 24 september 2011

Aljustrel

Vanochtend uitgeslapen. Nog net op tijd voor het ontbijt. Ontbijt met oude opgewarmde koffie. Daarna de michelinkaart bekeken. Ons plan is om nu weer terug te gaan naar de Atlantische kust. We ontdekken dat de komende 100 km er nauwelijks slaapgelegenheden zijn en besluiten om er een makkelijke dag van te maken. Het doel is om Aljustrel als springplank te gebruiken. Het ligt maar 40 km van Beja af en het heeft een aantal overnachtingsmogelijkheden. Bovendien een merkwaardig dorp. Het staat bekend als een goudzoekersdorp. Zo tegen vijven komen we in Aljustrel aan. Eerst een terrasje en dan een pension opzoeken. Bij de eerste mogelijkheid zien we al van ver dat het niet open is.Wegens verbouwing gesloten.

We raadplegen een oud mannetje op straat. Die brengt ons naar een ander adres. Ook gesloten. Bij het derde adres doet een in geheel zwart gekleek, oud vrouwtje open. Het oude mannetje doet het woord namens ons. Het is een lang gesprek en uiteindelijk is duidelijk dat we ook daar niet kunnen overnachten. De oude man trekt vragend zijn schouders op en maakt vervolgens het gebaar dat hij het ook niet meer weet. We bedanken hem en gaan zelf op zoek naar een oplossing. Een restauranthouder adviseert om in het zuidelijk gelegen Castro Verde een hotel te zoeken. Daar willen we eigenlijk helemaal niet heen. Maar nood breekt wet. En dus trappen we tegen de avond 20 km zuidwaarts. Nog net voor het donker bereiken we, voor in het dorp, een keurig hotel voor weinig geld.

vrijdag 23 september 2011

Naar Beja

De buurman uit Kijkduin maakt de caravan weer rijklaar. Daar komt het nodige gereedschap aan te pas. Ik kan het dan ook niet laten om te zeggen: 'goed gereedschap is het halve werk'. Hij gaat op weg naar de zuidkust. 'Kan de hond lekker zwemmen in de zee, daar is ie gek op. Een kennis van ons fietst ook veel, maar laat mij maar lekker wandelen met de hond'.


Het duurt een uur alvorens we de stad Evora uit zijn. We zoeken de N254 en op een of andere manier komen we wel op die weg, maar het is de noordelijke variant. En we moeten naar het zuiden. Niet goed opgelet dus. Als we dan eindelijk op de weg naar Aguiar zijn dan valt het ons op dat er nauwelijks verkeer is op deze prima geasfalteerde weg. En met een licht briesje in de rug trappen we lekker door. Het landschap is het eerste deel niet erg boeiend, maar we zien wel een klapekster op een telefoondraad zitten. Eigenlijk verwachten we hier de grauwe klauwier en de roodkopklauwier. Na het kale deel in het begin volgt er een wisselend landschap. Eucalyptusbomen, steeneiken, kurkeiken, olijfbomen. In Viana do Alentejo willen we in het dorpshart, in de schaduw, onze zelf meegebrachte lunch nuttigen. Maar daarvoor moeten we wel eerst een kasseiweg steil omhoog fietsen. We worden beloond met een plek op het intieme Praca de Republica. Met uitzicht op de prachtige dorspsfontein, de Fonte das Freiras (nonnenfontein).

Vlak voor Vila Ruiva zien we 3 raven rondcirkelen. Naar Cuba laten we ons lekker uitvieren. Het loopt lichtjes af. Cuba zelf ligt uiteraard weer op een heuvel. Een redelijk nieuw standbeeld van Colon (Columbus) siert het dorpsplein. Op een plaquette wordt uitgelegd dat uit nader onderzoek wel degelijk is gebleken dat Columbus een Portugees was en geen Spanjaard. Het is dan nog 30 km naar de stad Bejo. We komen uit op de drukke IP2. We maken 1400 meter gebruik van deze weg en besluiten om bij Sao Matias achterlangs via een onverharde boerenweg de stad te bereiken. Bij een driesprong moeten we kiezen.


Een schaapherder die toevallig met zijn kudde passeert wijst ons de goede weg. De weg is vol stenen, kuilen en gaten. De Santossen en vooral de Marathon Dureme-banden bewijzen hun waarde. We ploegen voort op de grote stille vlakte. Twee fietsers en een zon die steeds lager aan de horizon komt te staan. Als we uiteindelijk Beja in fietsen is de zon net onder gegaan. Goeie timing. We hebben geen zin meer om de camping te zoeken en slapen vannacht in Residencial Santa Barbara. Het was een mooie dag.

donderdag 22 september 2011

Niks gedaan

De warme bakker uit Genemuiden uitgezwaaid. Heeft een paar jaar geleden zijn bakkerij verkocht en toert nu al wekenlang rond in een ruime camper. Nieuwe plastic eetbordjes van hem gekregen. Die waren gesneuveld tijdens de heenvlucht. Er zat een rond gat in de bordjes (?).

Evora is een studentenstad. Ook hier wordt het universitair jaar geopend met ontgroeningsrituelen. In Nederland worden de excessen rondom dit achterlijke gedoe aangepakt. Hier blijkbaar niet. Vernederende taferelen, in het openbaar,waar aankomende studenten zich alles moeten laten welgevallen. Enige wellust valt te bespeuren in de ogen van de ouderejaars.
Het lijkt alsof de tijd van Caetano en Salazar in deze ontgroeningsweek herleven.

Verder niet veel gedaan. Uitgerust op een bankje in het park. In de schaduw uiteraard.Daarna de highlights bekeken. In het bijzonder de Romeinse tempel van Evora. Straks, op een terras, nog even met onze Canadese fietsvrienden de laatste fietstips uitwisselen. Zij gaan morgen naar het noorden om uiteindelijk over een paar weken in Madrid aan te komen. Wij gaan verder zuidwaarts. Een dag niks doen is ook niet alles. Het klinkt gek, maar we missen de fiets al weer. Dus morgen gaan we op weg naar Beja. Plusminus 85 km.

(We hebben de hele dag al geen internetverbinding. Op de camping is de verbinding al een paar dagen verbroken. En nu zitten we midden in een park en krijgen we met onze ipad zo maar contact)

woensdag 21 september 2011

Makkie

Tegen onze gewoonte in vroeg opgestaan. Om 9 uur al op de fiets. Twee canadese fietsers rijden een tijdje met ons op. Bij het eerste heuveltje moeten ze al lossen. In Santa Susana doen we onze inkopen voor onderweg. Daarna krijgt Hilde een kleine inzinking als gevolg van de hitte. In een lokale kroeg in Alcacer do Sal, waar we ons ontbijt hebben genuttigd, hadden we in het programma Bom Dia al gezien dat we in het warmste deel van Portugal fietsen. Nog voor we Sao Cristovao bereiken staan we even stil om wat water te drinken. Hilde tovert (dit blijft onder ons) een zakje met daarin groene pillen te voorschijn. Heeft ze volgens haar van een bevriende relatie uit Sleen gekregen, 'om uit te proberen' . Drie groene pillen neemt ze tegelijk met lauw water in. En het werkt echt. In no-time zijn we in Santiago do Escoural. Voor de vogelliefhebbers onder ons. We hebben o.a. gezien: de hop, blauwe ekster, bruine kiekendief, roodborsttapuit.


In Valverde kennis gemaakt met de lokale kruidenier en tevens manager van de lokale FC. Beker van recent behaalde kampioenschap staat boven de uitgebreide keus aan waspoeders te pronken in de winkel. Bij een bezienswaardigheid (dolmen) wordt ik aangeschoten door een Nederlandse mevrouw. Ze herkent mijn wielershirt van de 'Grand depart' 2010'. In Rotterdam. Ze blijkt in de organisatie daarvan te hebben gezeten. Ik vertel haar dat ik met plezier terugdenk aan die toerrit als voorloper op de proloog van de tour. En dat het shirt na 2 jaar nog in puike staat verkeerd. Kwaliteit dus. Ze wil me graag, met dat tricot, op de foto zetten. 

Zelfs na een frisse duik in het zwembad van de camping in Evora zit het me nog steeds niet helemaal lekker. Ook vorig jaar, bij terugkomst in Nederland, ontdekte ik in onze bagage een flesje met daarop 'hoestdrankje voor kalveren'. Een nader onderzoek wordt ingesteld. Morgen een rustdag. Het historische Evora bezichtigen.

Een rustig dagje

Km of 50. Pas om twee uur van de camping vertrokken. Nog drie km naar Setubal. Maar wel grotendeels omhoog. Direct doorgefietst naar de ferry naar Troia. De landtong afgefietst naar Comporta (overvliegende grutto's) en daarna een hete 30 km naar Alcacer do Sal. Laat gegeten, maar wel buiten op het terras. Uitzicht op het estuarium. Water, slik en rietkragen. Koereigers, ooievaars, veel blauwe reigers, tureluur en af en toe nog een zwaluw. Onderweg veel tapuiten gezien. De benen vandaag rust gegund. Klein versnellinkje gedraaid. Morgen vroeg op. Plus minus 90 km naar Evora. Ook met klimmetjes. We zien wel.

dinsdag 20 september 2011

De Arrabida is een 'smeerlap'

Vanmorgen toch te lang blijven hangen bij het ontbijt in het hotel. Allerlei leuke gesprekjes met onder andere een echtpaar uit Engeland, dat wil zeggen daar kwam zij vandaan maar hij kwam uit het grafschaft Bentheim, een Duitser dus met een Twentse tongval.


Met de boot overgestoken naar Cacilhas en via de N10 bereiken we de weg Seixal-Sesimbra. Een drukke weg met veel vrachtverkeer. Na 10 kilometer hebben we daar genoeg van en besluiten rechtsaf te slaan om zo via een licht geaccidenteerde weg (onze eerste klimmetjes) door een mooi landschap uiteindelijk toch in Santana uit te komen. We hadden een onverharde weg willen nemen langs Calhariz, maar we konden geen richtingaanwijzer ontdekken die ons daar naar toe kon leiden. Ook het advies van 2 stamgasten van een lokale kroeg leverde niks op. Dan maar de drukke N379 naar Setubal. Vlak voor Aldeia de Irmaos slaan we rechtsaf om via de bergweg van de Serra de Arrabida bovenlangs uiteindelijk bij onze 1e camping in Outao uit te komen.

De prachtige avondzon kleurt het landschap....Als we aan de klim beginnen verdwijnt de zon achter de horizon. In stilte, er is praktisch geen verkeer meer, zwoegen we ons naar boven. De Arrabida is veel lastiger dan we dachten. Wel mooie uitzichten over de Baai van Setubal, maar daar koop je op zo'n moment weinig voor. We denken al op het hoogste punt te zitten, want we beginnen in het donker aan een daling. En dan heeft de Arrabida nog een verrassing voor ons in petto. De weg gaat opnieuw vervelend steil omhoog. We sleuren ons met onze bagage wederom omhoog. Alle hulde aan Hilde. Ze vind haar ritme terug en overwint haarzelf en de Arrabida.


Dan rijden we over de bergkam en zien links de lichtjes van Lissabon en rechts die van Setubal. Een hele lange daling volgt. Onderaan is inderdaad de camping. Voordat we de tent op gaan zetten gaan we eerst eten. Het is al laat en we krijgen wat er nog voorradig is, een ieder drie vissen, salade, gele rijst. In een mum van tijd is het weggewerkt. En live: Rio Ave- Sporting Lissabon, en we zien in de eerste 2 minuten Stijn Schaars en Ricky van Wolfswinkel scoren voor Sporting. Kijk zo doen Nederlanders dat, een topprestatie leveren. Maar de beker is vandaag voor Hilde!

zondag 18 september 2011

Lissabon

Na een stevig ontbijt gaan we op pad. Fietsen of toch wandelen. Wandelen dan maar, want bij nader inzien zijn sommige hellingen wel erg steil voor de fiets. De zo karakteristieke trams van Lissabon kruipen gestaag omhoog. Het is seniorentijd. Individueel en in groepen. De 'tuinenreisgroep' van de ANWB hadden we al ontdekt in het vliegtuig. Vandaag kwamen we zowaar groep nr. 17 tegen. Alle deelnemers hadden een nummertje ter hoogte van de hartstreek op hun kledingstuk geplakt. Zou dat nu werkelijk voor de reisleider zijn om ze op die manier overzichtelijk in beeld te houden. En in die groep zaten, zo op het oog gezien, toch echt gepensioneerde leraren, belastinginspecteurs in ruste. En noem nog maar een paar respectabele beroepen. Je wil toch niet een nummertje op je vlotte t-shirt. En vergeet niet de pet. Dat hoofddeksel raakt steeds meer ingeburgerd onder senioren. Deels om het kalende hoofd tegen de zon te beschermen. Maar ook omdat zo'n Nike-pet je een stuk jonger maakt. De temperaturen in Lissabon zijn precies op tijd gedaald naar zo'n 25 graden. Prima vakantieweer. We hadden geen zin om een lijstje met highlights af te werken. Van dingen die je gezien moet hebben. Doen we wel een andere keer. Een paar dagen Lissabon voor weinig geld is zo gek nog niet. Het is een rustige nonchalante stad. Geen gedoe. Overal tijd voor. En veel koloniaal verleden. Helden te paard op grote sokkels en zeevaarders die richting zee kijken. In het begin van de dag liepen we tegen een dansgroepje aan. Portugese folklore. Maar de deuntjes zijn universeel. Als je goed luistert dan valt op dat intro en slotakkoord van het Oale Volk ook zo klinkt. Wel heel vrolijk.


Morgen gaan we de stad al weer verlaten. We hebben het gevoel dat het dan pas echt gaat beginnen. Eerst een boottochtje. De oversteek vanaf de kade van Lissabon naar Cacilhas, aan de andere kant van de Taag. En dan zien we wel hoe ver we komen. In de verte zien we wel al wat heuvels liggen en daar moeten we overheen.

zaterdag 17 september 2011

Aankomst


De fietsen hebben de vlucht naar Lissabon goed overleeft. Hier en daar wat verbuigingen. Geen vitale delen beschadigd. En dat is toch elke keer weer spannend. Het duurt even alvorens de fietsen op een transportband ons tegemoet glijden. Na een half uurtje zijn ze weer rijklaar. Inmiddels is het donker geworden. Maar de wegen zijn goed verlicht. Over de busbaan, steeds maar rechtdoor en een licht briesje in de rug, rijden we richtinhg het centrum. Verbaasde blikken van automobilisten.
Het Lisboa City Hotel is snel gevonden. Als we de stoep op fietsen zwaaien de deuren van het hotel al uitnodigend open en we rijden de karretjes spontaan het hotel in. Tot voor een balie waar een verbouwereerde employé ons welkom heet. 'Bikes' heeft ie nog nooit in zijn hotel gehad. Ze krijgen een veilig plekje in de garage van de baas. Het hotel lijkt een mooie uitvalsbasis voor een zonnig dagje Lissabon morgen.

maandag 12 september 2011

Bestemming Lissabon

Zaterdag 17 september - Vlucht HV 5951 - vertrek 16.50 uur - aankomst 18.40 uur (lokale tijd) - bestemming Lissabon.